Rechtsstaat 1 (havo)

Doelen van deze les
Je kan benoemen waarom er rechtsnormen zijn
Je weet waarom de rechtsstaat is ontstaan
Je kent de rechtsgebieden van het Nederlandse Recht 
Je kan juridische situaties koppelen aan een rechtsgebied

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doelen van deze les
Je kan benoemen waarom er rechtsnormen zijn
Je weet waarom de rechtsstaat is ontstaan
Je kent de rechtsgebieden van het Nederlandse Recht 
Je kan juridische situaties koppelen aan een rechtsgebied

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ook alweer een norm?
A
een waarde
B
een wet
C
een gedragsregel
D
een gerechtelijke uitspraak

Slide 2 - Quizvraag

Rechtsstaat

Slide 3 - Woordweb

Rechtsnormen zijn gedragsregels die in wetten zijn vastgelegd

  • Om maatschappelijk leven geordend te laten verlopen
  • Komen voort uit de waarden en normen die de meeste mensen met elkaar delen

Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een rechtsnorm

Slide 5 - Open vraag

Rechtvaardigheid = belangrijk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Rechtsstaat: een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid

Slide 8 - Tekstslide

1789 Franse Revolutie


  • Einde aan de absolute monarchie
  • Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger
  • In Grondwet staat wat de Grondrechten zijn en hoe het land geregeerd moet worden

Slide 9 - Tekstslide

1798 eerste Grondwet van Nederland
1848 invoering ministeriele verantwoordelijkheid (Thorbecke)

Slide 10 - Tekstslide

Publiekrecht
Staatsrecht: inrichting van de Nederlandse Staat en Grondwet
Bestuursrecht: vergunningen en inning Belastingen
Strafrecht: misdrijven en overtredingen

Slide 11 - Tekstslide

Noem eens een voorbeeld van een overtreding

Slide 12 - Open vraag

Noem eens een voorbeeld van een misdrijf

Slide 13 - Open vraag

Privaatrecht
Personen- en familierecht: geboorte, adoptie, huwelijk, echtscheiding, overlijden, adoptie, naamgeving
Ondernemingsrecht: voorwaarden omtrent bedrijf of vereniging
Vermogensrecht: alles dat in geld is uit te drukken (koop, arbeidsovereenkomst, huur, lease, erfenis, faillissement)

Slide 14 - Tekstslide

De koop van 10 bureaustoelen door Bedrijf A wordt geregeld door het
A
Vermogensrecht
B
Ondernemingsrecht
C
Bestuursrecht
D
Staatsrecht

Slide 15 - Quizvraag

De koop van 10 bureaustoelen door het Ministerie van Sociale Zaken wordt geregeld door het
A
Staatsrecht
B
Vermogensrecht

Slide 16 - Quizvraag

De afhandeling van het testament van oma B wordt geregeld door
A
het personen- en familierecht
B
het vermogensrecht

Slide 17 - Quizvraag

Het opsporen van Belastingfraude wordt geregeld door het
A
bestuursrecht
B
strafrecht
C
staatsrecht

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht (werkboek)
2.1 Wat is een rechtsstaat?
Opdracht 8, 9, 11, 13

Slide 19 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kan benoemen waarom er rechtsnormen zijn
Je weet waarom de rechtsstaat is ontstaan
Je kent de rechtsgebieden van het Nederlandse Recht 
Je kan juridische situaties koppelen aan een rechtsgebied

Slide 20 - Tekstslide