*Les 3 EMB belevingsgericht, snoezelen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Dagbesteding

Les 3

Thema deze week 

• Cliënten met een ernstig meervoudige beperking
  
  
• Belevingsgerichte activiteit 

Wat zijn belevingsgerichte activiteiten?

Activiteitenschema

Beginsituatie

De groep bestaat uit 2 cliënten met een ernstig meervoudige beperking. 
De cliënten hebben een ontwikkelleeftijd van maximaal 24 maanden en zitten in een rolstoel
Daarnaast hebben ze epilepsie, kunnen moeilijk horen en zien. Ook de prikkelverwerking is verstoord waardoor de één snel overprikkeld is en de ander juist onderprikkeld. Ze kunnen niet of nauwelijks communiceren; vaak praten ze niet, en ook dingen aanwijzen lukt vaak niet. Cliënten worden intensief ondersteund bij alle aspecten van het dagelijks leven.

• Aantal deelnemers: 2

• Datum uitvoering:

• Tijd:

• Ruimte: klaslokaal met tafels en ruimte voor rolstoelen

Doel

Hoofddoel: Zintuigen van de cliënt worden geprikkeld zodat ze betrokken worden bij het hier en nu.

Werkdoel: Aan het eind van de activiteit.........

Keuze activiteit

We laten cliënten de herfst ervaren door hen te wijzen op de kleuren van de bladeren en de kastanjes, eikels, beukennootjes en bladeren te laten voelen tijdens een stadswandeling door de wijk. Ze voelen de wind en regen langs het gezicht. Op deze wijze betrekken we ze bij het hier en nu.

Wat moet de begeleidingsvorm zijn bij deze activiteit?

Afhankelijk van het doel!

De begeleider zal vooral zelf het initiatief moeten nemen richting de cliënt en de cliënt moeten wijzen op de voorwerpen en kleuren en deze laten voelen op handen, gezicht en armen.

De begeleider observeert hoe de cliënt reageert op het aangeboden materiaal.

Waar de cliënt van geniet, doe daar meer van.

Waar de cliënt van schrikt, bied je niet opnieuw aan

Voorbereiding/Randvoorwaarden

Welke materialen heb ik nodig?

Materiaal wat je onderweg tegen komt zoals bladeren, boomvruchten, etc.

Welke ruimte gebruik ik?

Buitenruimte in de wijk

Wat doe ik voordat de activiteit begint?

Verken de wijk, zet een veilige route uit waar je makkelijk met de rolstoel kunt wandelen en waar veel te beleven valt

Voorbereiding/Randvoorwaarden

Hoe leid ik de activiteit in?

We zingen, kijken en voelen een lied over de herfst

Door de bewegingen op de hand, arm of rug van de cliënt te maken neem je de cliënt mee in de beweging

Hoe leg ik de activiteit uit?

We vertellen dat we naar buiten gaan en trekken de jassen van de cliënten aan.

Hoe laat ik de cliënten werken?

Cliënten ondergaan de activiteit

Voorbereiding/Randvoorwaarden

Welke hulpmiddelen/aanpassingen gebruik ik?

Nvt

Heb ik een stappenplan nodig?

15 minuten introductie van de activiteit d.m.v. het filmpje en jassen helpen aantrekken

30 minuten wandelen door de wijk. 

15 minuten afsluiting door de jassen uit te trekken en warme chocolademelk te drinken. 

Voorbereiding/Randvoorwaarden

Samenwerking: hoe is de taakverdeling met collega’s?

Eén begeleider en één vrijwilliger op twee cliënten. Begeleider geeft instructies aan vrijwilliger en begeleid samen met de vrijwilliger de cliënten. Begeleider neemt het voortouw tijdens de route. Vrijwilliger volgt. Beiden helpen de cliënten met het aan en uittrekken van de jassen en doen actief mee tijdens het belevingslied.

Hoe rond ik de activiteit af?
Samen warme chocolademelk drinken

Hoe ga ik het opruimen organiseren?
Bekers worden afgewassen en opgeruimd door begeleider en vrijwilliger

Kan er eventueel een vervolg komen op de activiteit?

De activiteit kan herhaald worden tijdens andere seizoenen

Herfstwandeling

Instructie voor de vrijwilligers

Vul onderweg het invulformulier in

Wees je bewust van je zintuigen, wat ervaar je?

Wat kun je de cliënt laten beleven?

Evaluatie

• Heb ik mijn gestelde doelen bereikt? (ja/nee; toelichten)

Hoofddoel: Zintuigen van de cliënt worden geprikkeld

Werkdoel: Client heeft aan het eind van de activiteit geuren en kleuren ervaren van het jaargetijde herfst en hebben de verschillende vormen van boomvruchten kunnen voelen.

• Heb ik het concrete gedrag waargenomen?

• Was de voorbereiding voldoende? (loop alle punten van punt 5 nog eens na)

• Hoe verliep de begeleiding tijdens de activiteit?

• Hoe verliep de samenwerking met collega’s?

• Wat had je anders moeten/kunnen doen?

• Waar wil je een volgende keer rekening mee houden?