1.1 De maatschappij

Welkom bij maatschappijleer
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je bij MA?


Bij maatschappijleer leer je hoe de Nederlandse maatschappij in elkaar zit en hoe mensen met elkaar samenleven 

Slide 2 - Tekstslide

PTA 
Programma van Toetsing en afsluiting
  • Maatschappijleer is een examenvak wat je dit jaar afsluit!
  • Elk hoofdstuk sluiten jullie af met een toets en zijn ook praktische opdrachten die allemaal met een voldoende moeten worden afgerond.
  • Een 7 gemiddeld is een compensatie punt. 


Slide 3 - Tekstslide

Thema's bij maatschappijleer
Toetsen: 
Cultuur en identiteit
Pluriforme samenleving
Politiek 
Media
Rechtstaat
PO - Burgerschap, Fake news, Oorlog en vrede

Slide 4 - Tekstslide

1.1 De maatschappij

Slide 5 - Tekstslide

lesdoel van deze les 
Je kunt uitleggen welke twee soorten regels er in Nederland zijn. 
je uitleggen wat het verschil is tussen de
twee soorten regels

Slide 6 - Tekstslide

Samenleven
  • Samenleven doe je in het klein en in het groot:

Klein: met je gezin.
In groter verband: vrienden, klasgenoten, collega’s. Dat is je sociale omgeving.
Groot: met 18 miljoen andere mensen. Dat is de Nederlandse samenleving of maatschappij.


Slide 7 - Tekstslide

De maatschappij
In een maatschappij leef je met miljoenen mensen samen. Een ander woord voor maatschappij is samenleving. Iedereen die in Nederland woont is dus onderdeel van de Nederlandse maatschappij/samenleving.
Maatschappij
Een ander woord voor samenleving, waarin je samen met miljoenen andere mensen samen leeft. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou er gebeuren als er vanaf NU helemaal geen regels meer zouden zijn?
- in de school?
- in het verkeer?
- in de winkels?


Slide 9 - Tekstslide

Je hebt anderen nodig
  • Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving

  • Omdat mensen met miljoenen samenleven én samenwerken omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je hebt andere mensen nodig en veel dingen zijn al geregeld.



Noem een voorbeeld van iets dat al voor jou geregeld is of waar je iemand anders voor nodig hebt. 

Slide 13 - Tekstslide

Regels voor iedereen
Iedereen is dus afhankelijk van iedereen. 
Daarom is het belangrijk dat er regels zijn over hoe we samenleven en samenwerken. Hierin onderscheiden we twee soorten:
  1. Gedragsregels
  2. Wetten

Slide 14 - Tekstslide

1. Gedragsregels
Doel: zijn regels die ervoor zorgen dat we rekening houden met anderen.

Je hoeft over deze regels (als het goed is) nauwelijks na te denken. 
Tekst gesproken

Slide 15 - Tekstslide

2. Wetten
Doel: Een geschreven regel waar iedereen zich aan moet houden.(anders ben je 'strafbaar').
De politici maken deze wetten. Deze staan in het Burgerlijk Wetboek.
Burgerlijk Wetboek
Verzameling van (bijna) alle wetten die voor burgers in een land gelden. Wetten waarmee een straf opgelegd kan worden, staan in het Wetboek van Strafrecht. (Daarover meer in periode 4: criminaliteit.)
Tekst gesproken

Slide 16 - Tekstslide

Gedragsregels:
-Niet eten in het klaslokaal

-Niet voordringen in de rij voor de kassa

- Niet pesten

-Elkaar met respect behandelen

Wetten:
-Verkeersregels

-Niet stelen

-Niet je telefoon gebruiken op de fiets

-Niet roken totdat je 18 jaar bent

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag...
Maken opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8  en 9 
+ samenvatting paragraaf 1.1 

BLZ 6  t/m 9

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gedragsregels en wetten?

Slide 19 - Open vraag

Wat is een ander woord voor maatschappij?
A
Een dorp
B
Een stad
C
Alle mensen in een land
D
Samenleving

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het doel van een gedragsregel?

Slide 21 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een gedragsregel.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het doel van wetten?

Slide 23 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een wet.

Slide 24 - Open vraag