3. Cultuur

Burgerschapweek 2
de maatschappij, dat ben jij
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Burgerschapweek 2
de maatschappij, dat ben jij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: aan het eind van deze kun je
                        Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • kun je uitleggen wat cultuur, traditie, subcultuur en tegencultuur betekenen;
  • kun je het begrip globalisering uitleggen;
  • ken je de elementen waaruit een cultuur is opgebouwd en kun je daar voorbeelden bij geven;
  • kun je concrete voorbeelden geven van uitwisseling tussen culturen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Cultuur omvat alle dingen die een groep mensen denkt, doet en heeft: gewoonten, godsdienst, normen, waarden, muziek, eetgewoonten, kleding, bouwwerken, taal, kunst, enzovoort. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn subculturen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
Een subcultuur is een onderdeel van een grotere cultuur, waarin afwijkende normen, regels, waarden en doelen gelden.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegencultuur
Een tegencultuur is een cultuur die zich verzet tegen de dominante cultuur. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord zoek ik?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Het wereldwijd worden of maken van productie, producten, mensen, communicatie en ideeën. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

De multiculturele samenleving
Multicultureel betekent met mensen en gewoonten uit verschillende culturen.
  1. Bij integratie worden nieuwe mensen of culturele elementen opgenomen in een bestaande cultuur.
  2. Bij assimilatie past een nieuwkomer zich volledig aan de bestaande cultuur aan.
  3. Bij segregatie leven groepen naast elkaar maar wisselen ze niets uit.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Nederland
  1. Wat zijn drie Nederlandse tradities waar bijna iedereen aan meedoet?
  2. Welke Nederlandse gewoonten vind jij ingewikkeld, gek of te overdreven?
  3. Aan welke Nederlandse gewoonten zou iemand uit het buitenland het moeilijkst kunnen wennen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Subculturen
  1. Maak een lijst van zoveel mogelijk subculturen!
  2. Tot welke subculturen hoor jij? Of met welke subcultuur voel jij je het meest verbonden?
  3. Kies een subcultuur uit. Dit mag een subcultuur zijn waar jij je thuis voelt, maar het mag ook een subcultuur zijn die jij gewoon interessant vindt!
  4. Verdiep je in deze subcultuur. Beschrijf de gewoonten, gebruiken, waarden en normen die horen bij deze subculturen.
    Werk dit netjes volgens de taalverzorgingscriteria van Gilde opleidingen uit. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: Stellingen
Stelling 1: 'Trouwen met iemand uit een andere cultuur geeft problemen.' Geef een argument voor en een argument tegen.

Stelling 2: 'Van andere culturen kun je belangrijke dingen leren.'
Geeft een argument voor en een argument tegen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4: Doe onderzoek naar assimilatie, segregatie en integratie. Gebruik informatie van betrouwbare websites.
  1. Zoek voorbeelden uit de geschiedenis van assimilatie en segregatie.
  2. Bedenk voor- en nadelen van segregatie en assimilatie.
  3. In Nederland is het beleid gericht op integratie. Zoek drie activiteiten die de overheid onderneemt om integratie te bevorderen.
  4. Wanneer kun je zeggen dat integratie gelukt is (of juist niet)?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: reflectie/evaluatie
Nu:

Kun je uitleggen wat cultuur, traditie, subcultuur en tegencultuur betekenen.
Kun je het begrip globalisering uitleggen.
Ken je de elementen waaruit een cultuur is opgebouwd en je kunt daar voorbeelden bij geven.
Kun je concrete voorbeelden geven van uitwisseling tussen culturen.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies