In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.1 Planten bekijken
in deze paragraaf leer je:
de organen (met de functies) van de plant
de onderdelen van een plantencel en de functies
de watertransport in een plant
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
organen plant
orgaan = een deel van je lichaam met een eigen taak.
elk deel eigen taak bij een bloem.
Slide 3 - Tekstslide
functies wortels
1. water uit de grond zuigen
2. in het water zitten meststoffen (mineralen). hierdoor kan de plant groeien
3. stevig vast zitten in de grond. (je trekt een plant er niet zomaar uit)
Slide 4 - Tekstslide
functie stengel
1. houdt de plant overeind
2. er zitten buisjes in die water en stoffen kan vervoeren. Het kan vanuit de wortels naar de bloemen of bladeren, maar ook andersom
Slide 5 - Tekstslide
functies blad
In blaadjes lopen de nerven te zien in de afbeelding.
1. nerven zorgen voor vervoer van water en stoffen.
2. de nerven geven stevigheid aan het blad.
3. in het bladmoes maken de bladeren hun eigen voedingsstoffen
Slide 6 - Tekstslide
functies bloemen
1. bloemen zijn voor de voortplanting. Er groeien zaden in.
Uit de zaden groeien nieuwe planten.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
een plantencel
Slide 9 - Tekstslide
celwand en celmembraan
Celwand (bruine dikkige laag): een stevige laag om de cel ook voor de vorm.
Celmembraan(grijzige dunne laag): een vlies om het cytoplasma. Het celmembraan regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.
Slide 10 - Tekstslide
cytoplasma & celkern
Cytoplasma: een stroperige vloeistof. In het cytoplasma liggen de celkern en bladgroenkorrels.
Celkern: een klein bolletje in de cel. De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
Slide 11 - Tekstslide
vacuole
een blaasje in het midden van de cel dat ‘volgepompt’ is met water. Daardoor is de cel stevig.
Heeft de plant niet genoeg water dan is de cel niet meer stevig en wplant slap.
Slide 12 - Tekstslide
bladgroenkorrels
groene bolletjes in het cytoplasma.
Je ziet ze in de afbeelding duidelijk zitten. Alle bladgroenkorrels samen geven de plant haar groene kleur. De bladgroenkorrels maken voedingsstoffen voor de plant.
Slide 13 - Tekstslide
transport in de plant
Slide 14 - Tekstslide
water opnemen
Vanuit de wortels nemen planten water op.
Dit doen ze met de wortelharen.
Via vaten gaat het water (met mineralen).
vaten zijn dunne buisjes, beginnen in de
wortels en eindigen bij de bladnerven.
Ze liggen in groepjes en heten vaatbundel.
Slide 15 - Tekstslide
waterstroom
1. Via de vaatbundels gaat het water naar de bladeren.
2.In de bladeren zitten huidmondjes.
Water rond de huidmondjes kan verdampen.
3. De cel krijgt weer water van andere cellen
en uit de vaatbundels/nerven.
4. er wort water opgenomen met de wortels.
zo stroomt het door!!
Slide 16 - Tekstslide
Huidmondjes
kunnen open en dicht, dat ligt aan het weer. Als dat niet zo was verliest de plant teveel water.
warm en droog weer --> dicht
regenachtig en nat weer --> open
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
wil je nog een samenvatting?
kijk het filmpje in de volgende slide dan
heb je nog vragen mail mij dan via magister of via a.vd.berg@winklerprins.nl. Je kunt mij op teams ook een berichtje sturen!!