Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.
Aantal aanbieders
Aantal vragers
Aard van het product (homogene of heterogene producten)
Toetreden nieuwe aanbieders
Slide 6 - Tekstslide
Homogene producten
Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde.
Slide 7 - Tekstslide
Heterogene producten
Als de consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders.
Slide 8 - Tekstslide
Volkomen concurrentie/volledige mededinging
Veel aanbieders en veel vragers
Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod
Het maakt de vragers niet uit wie levert (homogeen goed)
Aanbieders zijn hoeveelheid aanpassers
MO=P=GO
Prijsafzetlijn voor 1 aanbieder loopt dus horizontaal
Komt weinig voor
Slide 9 - Tekstslide
Maximale winst
MO=MK
(korte termijn)
Slide 10 - Tekstslide
Lange termijn evenwicht
Als toetreding tot de markt relatief makkelijk is, zullen er – wanneer er winst gemaakt wordt – aanbieders toetreden.
De .................lijn zal dan naar ........................... verschuiven. Door het hogere aanbod zal de prijs.......... zodat de winst .................................. wordt.
Op lange termijn is de winst dan ...... .
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Heffing
Qa = P - 10
heffing = 5 euro
- kosten per eenheid product nemen toe en winstmarge daalt
Qa = (P-5) - 10 > Qa= P - 15
- kostenstijging
Qa= P-10 > -P=-Qa -10 > P = Qa + 10 > P = Qa + 10 + 5 > P = Qa + 15
-Qa = -P + 15 > Qa = P -15
Slide 16 - Tekstslide
Subsidie
Qa = 2P - 50
Subsidie = 10 euro
- kosten per eenheid product nemen af en winstmarge stijgt