H5 - TH5 BS3

Thema 5
Basisstof 3: de lever
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Basisstof 3: de lever

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen BS3
lever
leverlobjes
galgang
gal
galblaas
ureum

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen bs3
Aan het eind van deze les kan ik...
  • beschrijven wat de bouw, de werking en de de functies van de lever zijn.
  • uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever. 

Slide 3 - Tekstslide

waar ligt de lever? 


rechtsboven in je buikholte

Slide 4 - Tekstslide

opbouw lever
let op:
lever kwab
  • deel van de lever (4 stuks)
lever segment (zie plaatje)
  •  op basis van aders
lever lob
  • functionerend eenheid
linker
rechter
caudate
quadrate 

maar mag je weer vergeten ;-)

Slide 5 - Tekstslide

anatomie lever

Slide 6 - Tekstslide

De lever zit vol met leverlobjes.
Ze zijn ongeveer 6-hoekig.
Op elk hoekpunt komen 3 takken bij elkaar van
- poortader
- leverslagader
- galgang

De poortader en leverslagader voeren bloed AAN

Het bloed stroomt door holtes tussen levercellen

In het midden zit een tak van de leverader. Deze voert bloed AF.

Slide 7 - Tekstslide

wat doet de lever? 
zorgt voor homeostase in het lichaam:
bloed komt binnen via de: 
  • leverslagader
  • poortader 
controleert het bloed door 
  • stoffen op te slaan 
  • stoffen af te geven
  • stoffen eruit te filteren (uitscheiding)

Slide 8 - Tekstslide

stofwisseling
glucose homeostase door:
  • slaat glucose op: glycogeen
  • zet glycogeen om in: glucose
maakt eiwitten uit losse aminozuren
zet overtollige eiwitten om in:
eerst ammoniak (giftig!)
daarna direct in ureum -> gaat via nieren naar de urine
vetten: -> omzetting naar niet-essentiële vetzuren

Slide 9 - Tekstslide

gifstoffen
filtert gifstoffen uit het bloed

Slide 10 - Tekstslide

gal
produceert gal
-> opslag in galblaas
-> in spijsvertering emulgeert vetten 
afbraak rode bloedcellen:
-> afbraak hemoglobine levert: 
bilirubine-> dit zorgt voor bruine kleur 
poep
-> ijzer wordt opgeslagen in de lever 

Slide 11 - Tekstslide

wat als... 
de lever beschadigd:
-> litteken weefsel 
zorgt voor verminderde
werking
= lever cirrose 

oorzaken vb: hepatitis, alcohol gebruik, overgewicht, ... 

Slide 12 - Tekstslide

science fiction of niet?? 
je lever kan weer aangroeien???

Slide 13 - Tekstslide

waar!! 
je lever kan weer aangroeien!! 
-> minimaal 30% over
->  handig bij donaties
(ook bij leven mogelijk)

zelfs de Romeinen 
wiste dit... 
Prometeus
Zeus had ruzie met Prometeus. Als straf liet hij Prometeus vastzetten aan een rots in de Kaukasus. Een adelaar kwam elke dag een hap uit zijn lever eten. Dit had eeuwig moeten duren, echter schoot Heracles de vogel uit de lucht en kon hi ontsnappen. 

Slide 14 - Tekstslide

Doorbloeding van de lever
De lever is een sterk doorbloed orgaan. In tegenstelling tot andere organen is de lever aangesloten op DRIE grote bloedvaten. 

Sleep de naam van het bloedvat naar de juiste plek in de afbeelding
leverader
leverslagader
poortader

Slide 15 - Sleepvraag

Twee stellingen over de bloedvaten van de lever:

1 De poortader voert bloed AF uit de de lever
2 De slagader voert zuurstof AAN naar de lever

Welke opmerking(en) is/zijn juist?
A
1 = juist 2 = juist
B
1 = juist 2 = onjuist
C
1 = onjuist 2 = juist
D
1 = onjuist 2 = onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Welke opmerking over leverlobjes is juist?
Maak eventueel gebruik van BINAS 82-D
A
Bloed stroomt van de hoeken naar het midden
B
Bloed stroomt van het midden naar de hoekpunten
C
geproduceerd gal wordt afgegeven aan de leverader
D
Galgangen voeren gal AAN

Slide 17 - Quizvraag

Meindert heeft reuzehonger en werkt in 15 minuten 5 boterhammen met hagelslag weg.
Ongeveer 90 minuten na deze maaltijd wordt de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten:
1 leverader
2 leverslagader
3 poortader

In welk bloedvat wordt de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader

Slide 18 - Quizvraag

Meindert heeft weer reuzehonger en het is bijna 10 uur geleden dat hij zijn 5 boterhammen at
Nu wordt ook de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten:
1 leverader
2 leverslagader
3 poortader

In welk bloedvat wordt de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader

Slide 19 - Quizvraag

Een achtste deel van een lever kan weer uitgroeien tot een hele lever in een donorlichaam.
A
juist
B
onjuist
C
soms

Slide 20 - Quizvraag


Wat is een functie van de lever?
A
Hier wordt gal opgeslagen
B
Hier wordt gal gemaakt
C
Produceert leversap
D
Het leverzuur doodt bacteriën

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de lever?
De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat glycogeen op
C
Maakt gal
D
Doet A t/m C

Slide 22 - Quizvraag

Welk bloedvat geeft zuurstof aan de lever?
A
poortader, leverader
B
poortader, leverslagader
C
leverader
D
leverslagader

Slide 23 - Quizvraag

De lever zet ammoniak om in ureum. In de afbeelding zie je een gedeelte van een leverlobje. In welk bloedvat tref je de hoogste concentratie ureum aan?

A
De leverader
B
De leverslagader
C
De poortader

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor lichaamskleur heeft iemand die een leveraandoening heeft?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit

Slide 25 - Quizvraag

Waar wordt gal gemaakt? En waar wordt gal opgeslagen?
A
Gemaakt: galblaas, opgeslagen: lever
B
Gemaakt: maag, opgeslagen: galblaas
C
Gemaakt: darmen, opgeslagen: galblaas
D
gemaakt: lever, opgeslagen: galblaas

Slide 26 - Quizvraag

Welke opmerking over leverlobjes is juist?
Maak eventueel gebruik van BINAS 82-D
A
Bloed stroomt van de hoeken naar het midden
B
Bloed stroomt van het midden naar de hoekpunten
C
geproduceerd gal wordt afgegeven aan de leverader
D
Galgangen voeren gal AAN

Slide 27 - Quizvraag

Aan het werk!
Huiswerk:
opdrachten 23 t/m 25
zoek je verdieping? maakt opdracht 26

lees BS4

Slide 28 - Tekstslide