Zeus had ruzie met Prometeus. Als straf liet hij Prometeus vastzetten aan een rots in de Kaukasus. Een adelaar kwam elke dag een hap uit zijn lever eten. Dit had eeuwig moeten duren, echter schoot Heracles de vogel uit de lucht en kon hi ontsnappen.
Slide 14 - Tekstslide
Doorbloeding van de lever
De lever is een sterk doorbloed orgaan. In tegenstelling tot andere organen is de lever aangesloten op DRIE grote bloedvaten.
Sleep de naam van het bloedvat naar de juiste plek in de afbeelding
leverader
leverslagader
poortader
Slide 15 - Sleepvraag
Twee stellingen over de bloedvaten van de lever:
1 De poortader voert bloed AF uit de de lever 2 De slagader voert zuurstof AAN naar de lever
Welke opmerking(en) is/zijn juist?
A
1 = juist
2 = juist
B
1 = juist
2 = onjuist
C
1 = onjuist
2 = juist
D
1 = onjuist
2 = onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Welke opmerking over leverlobjes is juist? Maak eventueel gebruik van BINAS 82-D
A
Bloed stroomt van de hoeken naar het midden
B
Bloed stroomt van het midden naar de hoekpunten
C
geproduceerd gal wordt afgegeven aan de leverader
D
Galgangen voeren gal AAN
Slide 17 - Quizvraag
Meindert heeft reuzehonger en werkt in 15 minuten 5 boterhammen met hagelslag weg. Ongeveer 90 minuten na deze maaltijd wordt de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten: 1 leverader 2 leverslagader 3 poortader
In welk bloedvat wordt de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader
Slide 18 - Quizvraag
Meindert heeft weer reuzehonger en het is bijna 10 uur geleden dat hij zijn 5 boterhammen at Nu wordt ook de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten: 1 leverader 2 leverslagader 3 poortader
In welk bloedvat wordt de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader
Slide 19 - Quizvraag
Een achtste deel van een lever kan weer uitgroeien tot een hele lever in een donorlichaam.
A
juist
B
onjuist
C
soms
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een functie van de lever?
A
Hier wordt gal opgeslagen
B
Hier wordt gal gemaakt
C
Produceert leversap
D
Het leverzuur doodt bacteriën
Slide 21 - Quizvraag
Wat gebeurt er in de lever? De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat glycogeen op
C
Maakt gal
D
Doet
A t/m C
Slide 22 - Quizvraag
Welk bloedvat geeft zuurstof aan de lever?
A
poortader, leverader
B
poortader, leverslagader
C
leverader
D
leverslagader
Slide 23 - Quizvraag
De lever zet ammoniak om in ureum. In de afbeelding zie je een gedeelte van een leverlobje. In welk bloedvat tref je de hoogste concentratie ureum aan?
A
De leverader
B
De leverslagader
C
De poortader
Slide 24 - Quizvraag
Wat voor lichaamskleur heeft iemand die een leveraandoening heeft?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit
Slide 25 - Quizvraag
Waar wordt gal gemaakt? En waar wordt gal opgeslagen?
A
Gemaakt: galblaas, opgeslagen: lever
B
Gemaakt: maag, opgeslagen: galblaas
C
Gemaakt: darmen, opgeslagen: galblaas
D
gemaakt: lever, opgeslagen: galblaas
Slide 26 - Quizvraag
Welke opmerking over leverlobjes is juist? Maak eventueel gebruik van BINAS 82-D