In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
lezen
spelling
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
DOEL
- Ik weet wanneer ik een
meervoud -n- moet gebruiken bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Neem de zin over! Wel of geen -n?
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) daarvan waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist
Slide 3 - Open vraag
De regel
Telwoorden als sommige, enkele, enige etc. schrijf je soms met een -n en soms zonder een -n.
Je schrijft alleen een -n als de zin aan twee voorwaarden voldoet:
1. Het woord verwijst naar personen.
2. Het woord is zelfstandig gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
Zelfstandig?
Woorden als sommige, enkele, allen etc.
- bijvoeglijk: Enkele eethuizen, sommige slangen, alle apothekers etc.
- zelfstandig: Allen kregen een gratis consumptie van het theater.
--> Allen = de aanwezige mensen
Slide 5 - Tekstslide
Uitzondering!
Groep die bestaat uit telwoorden die altijd met een -n worden geschreven:
Woorden als duizenden, tientallen, honderden, miljoenen.
Slide 6 - Tekstslide
Wel of geen -n? Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 7 - Quizvraag
Wel of geen -n?
De Vindicatleden hebben een busfeest gehouden, maar sommige(n) hebben niet mee gefeest.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 8 - Quizvraag
Met of zonder -n? Die boeken zijn al erg oud, maar sommige(n) zijn best leuk
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 9 - Quizvraag
Met of zonder -n? Die boeken zijn best oud, maar sommige(n) lezen die al te graag.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 10 - Quizvraag
Sommige/ sommigen komen lopend naar school.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 11 - Quizvraag
Samenvatting
Telwoorden/bijvoeglijke naamwoorden als enkele, sommige, alle etc. schrijf je soms met een -n.
Twee voorwaarden:
1. Het woord verwijst naar personen.
2. Het woord is zelfstandig gebruikt.
Slide 12 - Tekstslide
aan de slag:
lesboek: HS7, paragraaf 3 (blz. 246)
opdracht 1: klassikaal
opdracht 2+3: zelfstandig
Slide 13 - Tekstslide
DOEL
- Ik weet wanneer ik een
meervoud -n- moet gebruiken bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.