In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.4 De verspreiding van het christendom
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je
uitleggen hoe het christendom zich over Europa verspreidde
Slide 3 - Tekstslide
Wat is geen oorzaak voor het uiteenvallen van het Romeinse Rijk
A
Te klein leger
B
Gebrek aan eten
C
Opvolging van keizers
D
Bevolkingsoverschot
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer scheidde het Romeinse Rijk zichzelf?
A
395 v.C.
B
476 v.C.
C
395 n.C.
D
476 n.C.
Slide 5 - Quizvraag
De tijd van de vroege middeleeuwen gaat over
A
0 - 500 n.C.
B
500 - 1000 n.C.
C
1000 - 1500 n.C.
D
500 - 1500 n.C.
Slide 6 - Quizvraag
De tijd van de Middeleeuwen of Monniken en Ridders gaat over
A
3000 v.C. - 500 n.C.
B
500 - 1500 n.C.
C
1000 - 1500 n.C
D
0 - 1500 n.C.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is GEEN gevolg van het afzetten van de keizer van het West Romeinse Rijk in 476?
A
Ontstaan kleine koninkrijken
B
Wegvallen handel
C
Terugvallen op landbouw
D
Volksverhuizingen
Slide 8 - Quizvraag
Opdracht
Eerst elkaars samenvatting lezen
Wat is goed, wat kan beter?
Slide 9 - Tekstslide
Punten
Hoofdvraag: hoe zag het leven er op het platteland uit?
Je moet kunnen uitleggen:
wat er toe leidde dat mensen naar het platteland trokken
waarom mensen naar het platteland trokken
Hoe een domein ontstond
Hoe een domein eruit zag
Hoe het werkte op een domein
Wat herendiensten zijn
Hoe het hele stelsel heet
Welke rol de vrije boer had
Wat voorrechten zijn en welke voorechten heren op een domein hadden
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg
Hoofddoel: er was een hofstelsel in werking waarbij kleine boeren veel verschillend werk deden voor grootgrondbezitters in ruil voor veiligheid.
Onveiligheid en wegvallen handel
Platteland bood veiligheid en voedsel
Kleine boeren zochten veiligheid bij grotere boeren, in ruil voor grond. Hierdoor ontstonden grootgrondbezitters (domeinen)
Versterkte boerderij, huizen van boeren, kerk, landbouwgrond, bossen en soms een werkplaats of een molen.
Domein bestond uit twee delen: deel van de heer en deel van de horigen. Horigen werken op het deel van de heer en van hun eigen deel staan ze een deel af als pacht. Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten
Herendiensten waren allerlei soorten klussen die de horigen voor de heer deden,
Dit volledige systeem van heren, boeren en herendiensten wordt hofstelsel genoemd
De vrije boer had eigen land, maar moest in oorlogstijd verplicht meevechten met het leger van de koning
Voorrechten zijn rechten die anderen niet hadden: beslissen of een horige mocht trouwen, wie het domein mocht verlaten en geen belasting betalen.
Slide 11 - Tekstslide
3.4 De verspreiding van het christendom
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je
uitleggen hoe het christendom zich over Europa verspreidde
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opgaven 3, 4, 6 en 8 van paragraaf 3.3!
Klaar: maak opgaven 5, 6, 8, 10 en 13 van paragraaf 3.4!
Slide 14 - Tekstslide
Uitleg
Pak je pen
Pak je potlood
Pak je schrift
Pak je gum
Slide 15 - Tekstslide
Europa, rond 500 n.C.
Veel mensen vereren natuurgoden, maar ook stenen, bomen en bronnen
Christenen vinden dit verkeerd en noemen hen heidenen
7e - 8e eeuw: monniken komen naar NL en stichten kloosters
Willen christendom verspreiden
Slide 16 - Tekstslide
Hoe deden ze dat?
Reizen door gebieden en vertellen over Christus
Vernielen heilige voorwerpen van Germanen
Beschermd door Frankische koningen
Christelijke feestdagen op heidense feestdagen
Succesvol!
Slide 17 - Tekstslide
Wat zijn heidenen?
A
Christenen
B
Germanen
C
Mensen die niet in God geloven
D
Mensen die op de heide werken
Slide 18 - Quizvraag
Wat was het doel van monniken rond 500 n.C.?
A
Meer macht
B
Meer geld
C
Dichter bij de koning te komen
D
Het christendom verspreiden
Slide 19 - Quizvraag
Wat deden christenen NIET om het geloof te verspreiden?
A
Vertellen over Christus
B
Vernielen van heilige voorwerpen van de Germanen
C
Christelijke feestdagen op heidense feestdagen plaatsen
D
Oorlogen voeren
Slide 20 - Quizvraag
Invloed kerk
Hoog: - Dopen - Trouwen en begraven in de kerk - Vrij op zondag
Hemel en hel --> lief zijn!
Elk dorp een kerk en een priester = iemand die mensen helpt te leven volgens de christelijke regels
Slide 21 - Tekstslide
Standensamenleving
= de verdeling van de bevolking in groepen die allemaal een eigen taak hadden
De geestelijken Contact met god en bidden
De adel Mensen beschermen
De boeren Zorgen voor het voedsel
Slide 22 - Tekstslide
Noem 2 beroepen die in een klooster werken
Slide 23 - Open vraag
Wat was geen onderdeel van de kerk in de vroege middeleeuwen?
A
Dopen
B
Samen de bijbel lezen
C
Trouwen in de kerk
D
Vrij op zondag
Slide 24 - Quizvraag
Bij welk begrip hoort deze afbeelding?
Slide 25 - Open vraag
Wat was de taak van de 1e stand: de geestelijken?
Slide 26 - Open vraag
Wat was de taak van de 2e stand: de adel?
Slide 27 - Open vraag
Wat was de taak van de 3e stand: de boeren?
Slide 28 - Open vraag
Aan de slag
Maak opgaven 5, 6, 8, 10 en 13 van paragraaf 3.4!
Klaar: aan de slag met je domein; hoe moet die eruit zien?