Economie 4.2 + 4.3 3K

Economie
Meneer Temmink
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economie
Meneer Temmink

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Kies je voor zekerheid?
Woon je verzekerd?
Rij schadevrij!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Quiz met antwoorden van de paragraven!

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde weet vooral ik of jullie deze onderwerpen kennen!

Slide 4 - Tekstslide

De A van AVP betekent:
A
Anti
B
Aansprakelijkheid
C
Alleenstaand
D
Assurantie

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent aansprakelijkheid?
A
De eigenaar is altijd verantwoordelijk
B
De verzekering is verantwoordelijk
C
Jij bent verantwoordelijk en moet betalen
D
Alle bovenstaande

Slide 6 - Quizvraag

Procent verschil tussen alleenstaande en alleenstaande met kinderen
A
6,00 - 3,50 = 2,50
B
6,00 - 3,50 = 2,50 2,50 / 3,50 * 100 = 71,4
C
6,00 - 3,50 = 2,50 2,50 / 3,50 * 1.250 = 1.250
D
3,50 / 6,00 * 100 = 58,3

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het verschil zo groot?
A
Kinderen maken veel kapot
B
Alleenstaanden maken veel kapot
C
Alleenstaanden zijn altijd aansprakelijk
D
Het is altijd de schuld van de kinderen

Slide 8 - Quizvraag

Wat vergoedt een inboedelverzekering?
A
Door een storm is het dakkapel kapot gegaan
B
Op vakantie is je fototoestel gestolen
C
De garage is verwoest door brand
D
Bij een inbraak zijn een laptop en PlayStation meegenomen?

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de totale schadevergoeding van woninginbraken?
A
4.070 * 24.000 = 97.680.000
B
24.000 / 4070 = 5,90
C
91.760 * 3.250 = 298.220.000
D
91.760 / 3.250 = 28,23

Slide 10 - Quizvraag

Janek sluit voor zijn huis een opstalverzekering af. De jaarpremie is € 0,90 per € 1.000 verzekerd bedrag. Het huis is verzekerd voor € 288.000.
De jaarpremie is
A
288.000 * 0,90 = 259.200,-
B
288.000 / 1.000 * 0,90 = 259,20
C
288.000 / 1.000 / 0,90 = 320
D
288.000 / 0,90 = 320.000

Slide 11 - Quizvraag

In welke regio is de kans op inbraak het hoogst?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag

Tomas heeft een standaard inboedelverzekering voor € 50.000.
Hij woont in regio B.
Bereken voor Tomas de jaarpremie.
A
50.000 / 1.000 * 2,25 = 112,50
B
50.000 * 2,25 = 112.500
C
50.000 / 1.000 * 1,85 = 92,50 - 75 = 17,50
D
50.000 / 1.000 * 1,85 = 92,50

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt een inboedelverzekering voor € 60.000.
Bij een brand in de keuken ontstaat er voor € 9.000 schade.
Omdat je onderverzekerd bent, krijg je maar € 7.500 vergoed.
Wat is de werkelijke waarde van je inboedel?
A
50.000
B
61.500
C
69.000
D
72.000

Slide 14 - Quizvraag

Voor welk voertuig is een WA-verzekering niet verplicht?
A
Scooter
B
Fiets
C
Auto
D
Motor

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt je scooter WA verzekerd. Je glijdt uit en raakt een fietser aan de andere kant. Hij heeft voor € 45 schade aan zijn fiets en € 95 aan zijn kleding. De schade aan jouw scooter is € 312. Welk bedrag moet jouw verzekeraar vergoeden aan de fietser?
A
95 + 45 = 130
B
95 * 45 = 4.275
C
95 + 45 + 312 = 442
D
312

Slide 16 - Quizvraag

Je hebt je scooter WA verzekerd. Je glijdt uit en raakt een fietser aan de andere kant. Hij heeft voor € 45 schade aan zijn fiets en € 95 aan zijn kleding. De schade aan jouw scooter is € 312. Welk bedrag krijg jij zelf?
A
95 + 45 = 130
B
0
C
95 + 45 + 312 = 442
D
312

Slide 17 - Quizvraag

All risk verzekering is een ander woord voor:
A
WA verzekerd
B
Casco verzekerd
C
WA en Casco verzekerd
D
AVP verzekering

Slide 18 - Quizvraag

Wat kost een WA verzekering per maand?
A
39,63
B
95,11
C
47,95
D
8,32

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen WA en All risk?
A
95,11 * 100 / 21 = 19,97 115,08 - 47,95 = 67,13
B
95,11 - 39,63 = 55,48
C
19,97 - 8,32 = 11,65

Slide 20 - Quizvraag

Masud verzekert zijn scooter allrisk. Dan rijdt hij tegen een geparkeerde auto. De schade aan de auto is € 1.250. De schade aan zijn scooter is € 640. Zijn helm van € 129 is zó beschadigd dat hij hem kan weggooien.
Hoeveel krijgt de auto eigenaar vergoedt?
A
129
B
129 + 640 = 769
C
1.250
D
1.250 - 129 - 640 = 481

Slide 21 - Quizvraag

Een ander woord voor no-claim korting is:
A
Bonus
B
Malus
C
Bolus
D
Schadevrije jaren

Slide 22 - Quizvraag

De brutopremie is € 48,00
Wat is de nettopremie voor Celine in het eerste jaar?
A
48,00
B
30 / 100 * 48 = 14,40 48 - 14,40 = 33,60
C
70 / 100 * 48 = 33,60 48 - 33,60 = 14,40
D
48 + 14,40 = 62,40

Slide 23 - Quizvraag

Laatste vraag
Iets meer tijd!

Bij deze verzekeraar is als het misgaat je 2 tredes achteruit gaat!
De premies zijn per maand

Slide 24 - Tekstslide

De brutopremie is € 52,00. Celine is 2 jaar schadevrij, ze heeft 250,- schade
Hoeveel korting krijgt Celine volgend jaar als ze de schade NIET claimt?
A
60 / 100 * 52 = 31,20
B
50 / 100 * 52 = 26
C
15 / 100 * 52 = 7,80
D
30 / 100 * 52 = 15,60

Slide 25 - Quizvraag

De brutopremie is € 52,00. Celine is 2 jaar schadevrij, ze heeft 250,- schade
Hoeveel korting krijgt Celine volgend jaar als ze de schade WEL claimt?
A
60 / 100 * 52 = 31,20
B
50 / 100 * 52 = 26
C
15 / 100 * 52 = 7,80
D
30 / 100 * 52 = 15,60

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel korting scheelt haar dat per jaar?!
A
31,20 * 12 = 374,40
B
31,20 - 7,80 = 23,40 23,40 * 12 = 280,80
C
31,20 - 7,80 = 23,40
D
30 / 100 * 52 = 15,60

Slide 27 - Quizvraag

Is het verstandig de schade te claimen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag