doeles Hiërogliefen

Ken jij nog meer talen die een ander schrift gebruiken dan ons alfabet? Noem er minimaal twee
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ken jij nog meer talen die een ander schrift gebruiken dan ons alfabet? Noem er minimaal twee

Slide 1 - Open vraag

Het Egyptisch schrift
Het duurde natuurlijk super lang om op deze manier woorden te schrijven. Daarom 'tekenden' de Egyptenaren geen klinkers. Dat scheelde veel tijd!


Nederlands
Egyptisch
Ik ga naar huis
K g nr hs
Het is lekker weer
Ht s lkkr wr
Het lijkt wel een beetje op de afkortingen die we gebruiken op whatsapp!

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de volgende zin om, zodat hij geschikt is om hiërogliefen van te maken:
'Voor Sinterklaas heb ik een nieuwe sweater en een abonnement op de Donald Duck gevraagd'

Slide 3 - Open vraag

Opdracht
Voor in de klas ligt een stapel A4'tjes. Pak een vel en teken de volgende woorden in hiërogliefenschrift:
  • Jouw lievelingskleur
  • Jouw voornaam
  • Jouw lievelingseten

Klaar? Ga door naar de volgende slide

Slide 4 - Tekstslide

Cijfers
In het oude Egypte bestonden ook tekens voor cijfers. Wel zo handig als je de hoeveelheid oogst wil bijhouden en verdelen!

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Teken op hetzelfde A4 de volgende getallen:
  • Jouw leeftijd
  • Jouw geboortedatum
    (bijvoorbeeld 19-7-1992)
  • Het cijfer 2638

Slide 6 - Tekstslide

Ontcijfering
Het hiërogliefenschrift is lange tijd een groot mysterie geweest. Uiteindelijk is het ontcijferen gelukt door de vondst van de volgende steen: de Steen van Rosetta.

Op de steen staat een tekst in drie verschillende talen geschreven. Een daarvan, een vorm van het Grieks, kon men vertalen. 

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord past op de puntjes?
De ontcijfering van het hiërogliefenschrift is een ... van het vinden van de Steen van Rosetta
A
Gevolg
B
Antwoord
C
Uitleg
D
Oorzaak

Slide 8 - Quizvraag

Wat vond je van deze online werkvorm? Vond je het fijn werken of juist niet?
Leg uit waarom je dat vindt!

Slide 9 - Woordweb

Goed gewerkt!
Dit is het einde van deze opdracht. Je kan alvast beginnen aan de opdrachten van 3.2 in Tijd voor Geschiedenis.

Slide 10 - Tekstslide