Imperatives
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Imperatives:
Zeg dat iemand huiswerk moet maken.
Zeg dat iemand huiswerk moet maken.
Slide 5 - Open vraag
What are imperatives?
A
actieve zin
B
passieve zin
C
gebiedende zin
D
vragende zin
Slide 6 - Quizvraag
Imperatives:
Zeg dat je NIET mag roken.
Zeg dat je NIET mag roken.
Slide 7 - Open vraag
Rewrite the sentences by making imperatives.
You should take off your coat.
You should take off your coat.
Slide 8 - Open vraag
2. Imperatives:
Say that one has to be quiet.
Say that one has to be quiet.
A
Don't be quiet!
B
Be quiet!
C
Be quite!
D
be quiet!
