Week 40 H2P

Maandag 5 oktober

  • Ga rustig op je plek zitten
  • Log in met de code linksonder
  • Pak je boeken
  • Zorg voor een schrift/doc voor aantekeningen


  • Doe dit alles in rust!
Denk aan de plattegrond!!!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Maandag 5 oktober

  • Ga rustig op je plek zitten
  • Log in met de code linksonder
  • Pak je boeken
  • Zorg voor een schrift/doc voor aantekeningen


  • Doe dit alles in rust!
Denk aan de plattegrond!!!

Slide 1 - Tekstslide

Programm

Rückblick
Lernziel heute
Wiederholen Regelmäßige Verben
Zahlen (1-100)
Hören und Sehen
Aufgaben



Slide 2 - Tekstslide

Rückblick

Was machten wir letztes Mal?
  • welche Themen haben wir besprochen?
  • welche Übungen haben wir gemacht?



Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Ezelsbruggetje: als je alle uitgangen neemt en hier een woord mee maakt: esttenten. Plak je hier fe voor dan krijg je feesttenten

Slide 4 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
       Stam
ich
e
du
st
er/sie/es
t
wir
en
ihr
t
Sie/sie
en

Slide 5 - Tekstslide

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 6 - Quizvraag

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen

Slide 8 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 10 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst

Slide 11 - Quizvraag

die Zahlen

Slide 12 - Tekstslide

Aan het eind van de les kan je:
-de getallen 1 t/m 20 opzeggen
   - de tientallen opzeggen t/m 100

Slide 13 - Tekstslide

Lied

Welke Duitse getallen hoor je

Welche Zahlen hörst du?

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Welke Duitse getallen heb je gehoord?

Welche Zahlen hast du gehört?


Vingers in de lucht als je het weet!

Slide 16 - Tekstslide

die Zahlen
1- eins- een
2- zwei- twee
3- drei- drie
4- vier- vier
5- fünf- vijf
6- sechs- zes
7- sieben- zeven
8- acht- acht
9- neun- negen
10- zehn- tien
11- elf - elf
12- zwölf- twaalf
13- dreizehn- dertien
14- vierzehn- veertien
15- fünfzehn
16- sechzehn- zestien
17- siebzehn- zeventien
18- achtzehn- achttien
19- neunzehn- negentien
20 zwanzig- twintig
30- dreiBig          100 einhundert- honderd
40- vierzig            1000- eintausend- duizend
50 fünfzig
60 sechzig
70- siebzig
80- achtzig
90- neunzig 

Slide 17 - Tekstslide

Nimm dein Gerät 
Checkvragen in LessonUp
Du darfst Aufgabe 2 von Schritt 11 benutzten zum Spicken

Slide 18 - Tekstslide

Schreib 1,2,3 auf Deutsch:

Slide 19 - Open vraag

Schreib auf Deutsch:
13,16,17,20

Slide 20 - Open vraag

Schreib auf Deutsch:
10,20,30,60

Slide 21 - Open vraag

Schreib auf Deutsch:
100, 200, 1000

Slide 22 - Open vraag

Aufgaben 
Sehen Aufgabe 5 Schritt 11
Aufgabe 2 Schritt 11-> schrijf de getallen uit in het Duits

Slide 23 - Tekstslide

Lernen für Testwoche
Personalpronomen (S. 42)
Haben (S. 32) und Sein (S. 37)
Fragewörter (S. 20)
Vokabeln Schritt 2 (S. 16), 7 (S.36) , 9 (S.52)
Regelmäßige Verben (S. 53)
Zahlen 1-100 (S. 65)
Vorstellen ( Ich bin... etc.)

Slide 24 - Tekstslide