In het Romeinse rijk was sprake van godsdienstige
tolerantie, zolang de keizer en de
staatsgodsdienst werden vereerd.
Na verovering Griekenland ontstond de Grieks-Romeinse cultuur, die dankzij de expansie van het Romeinse imperium, ver verspreid raakte.
Het leger en de inheemse elite speelde een grote rol in de romanisering.