A1A Woordsoorten H5 Aanw., vr. en onbep. vnw

timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan / weet:
  • aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat denk jij dat het ... is?
- aanwijzend voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- onbepaald voornaamwoord

Schrijf het op in je schrift, zeg het niet hardop.

timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Overleg in je groepje 
Overleg zachtjes in je groepje wat jullie het belangrijkste vinden van het onbepaalde voornaamwoord.
Schrijf dat samen in één zin op op het vel dat op jullie tafeltjes ligt. 

(vooruit... je mag ook twee zinnen opschrijven)
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Lesboek
Pak nu je lesboek erbij. 
H5 grammatica woordsoorten

Bedenk samen een samenvatting voor het aanwijzende en vragende voornaamwoord.
Deze schrijf je in 1 of 2 zinnen op, op hetzelfde vel.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Als eerste heb je opgeschreven wat jij dacht dat de drie voornaamwoorden waren. Komt dat ook overeen met wat ze daadwerkelijk betekenen?

Slide 7 - Tekstslide

Hang je samenvatting op.
Elk groepje hangt de eigen samenvatting op aan de muur. Daarna bespreken we samen alle samenvattingen. 

Dan komen we gezamenlijk tot een goede samenvatting. Deze schrijf je ook op in je schrift.

Slide 8 - Tekstslide

H5 gr. woordsoorten
Je maakt individueel de oefeningen die uitgedeeld worden. Als je vragen hebt, kun je die zachtjes stellen aan je groepje.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk 
Grammatica woordsoorten 
H5 opdr. 1 t/m 3 maken



Slide 10 - Tekstslide

Iedereen vult nu het belevingsbord in.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het vr. vnw.?
Weet je al welk boek je gaat lezen?
A
weet
B
gaat
C
welk
D
lezen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het vr. vnw.?
Wat voor dier is dat?
A
voor
B
dat
C
wat voor
D
is

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het aanw. vnw?
Ik weet niet of ik dit boek leuk vind.
A
of
B
vind
C
dit
D
niet

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de onbep.vnw?
In die winkel kun je bijna alles kopen
A
bijna alles
B
alles kopen
C
je, alles
D
kun je

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video