2.4b Romeinen - Romanisering

Lesopzet
K: Presentatie > 2.4b Romanisering
Z: 2.4  helemaal maken.
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopzet
K: Presentatie > 2.4b Romanisering
Z: 2.4  helemaal maken.
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 1 - Tekstslide

Romeinen


4. Romanisering

Slide 2 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Vorige keer...
Je weet hoe de Romeinse cultuur zich over het hele rijk verspreidde. 
Je weet wat Romanisering is. 
Je weet dat inwoners van het Romeinse rijk offers moesten brengen aan de keizer. 

Slide 4 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. Toen besloten de keizers om geen gebieden meer te veroveren.
Mare Nostrum, onze zee. Zo noemden de Romeinen de Middellandse Zee.
Germania, zoals onze streek door de Romeinen werd genoemd, bestond uit: Germania Inferior (Laag Germanië) en Germania Superior (Hoog Germanië).
Gallia (Gallië), het huidige Frankrijk, werd door Julius Caesar veroverd. Zijn aanzien steeg hierdoor enorm. De hele oorlog kostte het leven aan meer dan een miljoen Galliërs, en nog een miljoen werden tot slaaf gemaakt. Caesar heeft de oorlog beschreven in het boek Verslagen over de Gallische Oorlog, waarin hij hier en daar wel een beetje overdrijft...vooral over zichzelf.
Met de verovering van Egypte hadden de Romeinen hun voedseltekort in delen van het Romeinse Rijk opgelost: het land werd de graanschuur van Rome.

Slide 5 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.

Slide 6 - Tekstslide


Romeinen in Nederland


  • De Romeinse tijd (58 v. Chr. - ±400 n. Chr) is een belangrijke periode voor ons gebied. 
  • Zo nemen de Romeinen ijzer mee, dat handig is als gereedschap, maar ook het schrift
  • Hiermee eindigt ook bij ons de prehistorie en begint de historie.

Slide 7 - Tekstslide


Romanisering


  • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
  • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 8 - Tekstslide


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 9 - Tekstslide


Romeinen in West-Europa


  • In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen, waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. 
  • Hierdoor zijn archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Keizercultus

In het Romeinse rijk mocht alle goden aanbidden die je zelf wilde.


MAAR: je moest ook de keizer als een god vereren.



Slide 12 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet dat in ons land Germanen leefden in de Romeinse tijd.
Je weet dat Romeinse burgers meer rechten hadden.

Slide 13 - Tekstslide

Nederland
  • In Nederland leefde in de tijd van de Romeinen een Germaans volk: de Bataven.

Slide 14 - Tekstslide

Romeinen en Bataven
In 57 v.C. veroverde Caesar Zuid-Nederland
De Kelten die daar woonden werden vermoord en verdreven
Daarna kwamen Germaanse stammen in het gebied wonen
De belangrijkste waren de Bataven
Leefgebied van de Romeinen, Kelten en Germanen

Slide 15 - Tekstslide

Bataven
  • kleine dorpen
  • landbouwsamenleving
  • eigen goden bijv. Freya, Donar
  • vereren van vuur, water, aarde ,bomen

Slide 16 - Tekstslide

Een Romeinse woning
Een Germaanse woning

Slide 17 - Tekstslide

Romeinse burgerrecht
  • Soms trouwde een Romeins soldaat met een vrouw uit het gebied waar hij gelegerd was.
  • Na zijn diensttijd bleef hij daar dan wonen.
  • Zijn vrouw en kinderen kregen het Romeinse burgerrecht.
  • Bataven waren verplicht om mee te vechten in het Romeinse leger, hierna werden zij ook Romeins burger.

Slide 18 - Tekstslide

Romeins burgerrecht
  • Romeins burgerrecht had veel voordelen:
  • Minder belasting.
  • Deelnemen aan bestuur.
  • Romeinse rechtspraak (eerlijk proces).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het overnemen van de Romeinse cultuur noemen we romanisering
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Galliërs gingen latijn spreken.
Dit is een voorbeeld van?
timer
0:20
A
Pax Romana.
B
Romantisering.
C
Romanisering.
D
Kolonisatie.

Slide 22 - Quizvraag

Welke Latijnse woorden hebben wij van de Romeinen overgenomen?
Murus
Mercatus
Porta
Tabula
Moneta
Forca
Munten
Poort
Vork
Tafel
Markt
Muur

Slide 23 - Sleepvraag

Filmpje
Romeinen tegen de Germanen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Filmpje
Romanisering

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Filmpje
Samenvatting van §3.4 in 5 minuten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Lesopzet
K: Presentatie > 2.4b Romanisering
Z: 2.4  helemaal maken.
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 30 - Tekstslide