Past Simple Recap, Class 1, Medium

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over de Past Simple?
Past Simple

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

werkwoord + ed

Slide 5 - Tekstslide

bijvoorbeeld: study - studied

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

to be _ past simple

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de past simple in:

Jane ____ (watch) a film.

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

He_____ (carry) a box.

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

They _____ (not - help) their father.

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

John and Amy _____ (swap) things.

Slide 13 - Open vraag

Why is this sentence wrong?

Joe and Bill didn't watched the movie.

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

She ________ (not - know) him.

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

I __ (be) late yesterday.

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

_____ Susan _____ (dance) with Peter?

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

The boys ____ (try) basketball.

Slide 18 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

We _____ (be) on a trip.

Slide 19 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

She _____ (not - wash) her hair.

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de past simple in:

The car _____ (stop) at the traffic lights.

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de past simple:

My brother ______ (not - play) football yesterday.

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de past simple:

______ you _____ (watch) a film last night?

Slide 23 - Open vraag

Geef het juiste antwoord in de past simple:

Did you watch a film last night? No, I _________

Slide 24 - Open vraag

Plaats voor tijd

Slide 25 - Tekstslide

How do you say?

Ik liep gisteren naar school.

Slide 26 - Open vraag

How do you say?

Susan trouwde vorig jaar in Frankrijk.

Slide 27 - Open vraag

How do you say?

Wij lachten (laugh) vorige week in de dierentuin.

Slide 28 - Open vraag

Hoe goed heb je deze les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll