H1E klimaat- en landschapszones

Weer: toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
Klimaat: is de gemiddelde weerstoestand over een periode van minimaal 30 jaar.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weer: toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
Klimaat: is de gemiddelde weerstoestand over een periode van minimaal 30 jaar.

Slide 1 - Tekstslide

5 hoofdklimaten
Tropische klimaten
Droge klimaten
Zeeklimaten
Landklimaten 
Koude klimaten

Klimaatsysteem Köppen.

Slide 2 - Tekstslide

Tropische klimaten 




Hele jaar warm, nooit kouder dan 18 graden Celsius.
Veel neerslag.
Veel vegetatie, dichte begroeiing.


Slide 3 - Tekstslide

Droge klimaten 
Bijna geen neerslag.
Grote temperatuurverschillen.

Slide 4 - Tekstslide

Zeeklimaten 
Gematigde zomers en winters.
Hele jaar neerslag.

Slide 5 - Tekstslide

Landklimaten 




Hete zomers en koude winters.
Naaldbomen en grassen kunnen tegen extreme winters.

Slide 6 - Tekstslide

Koude klimaten 





Hele jaar koud, niet boven 10 graden Celsius.
Weinig neerslag, sneeuw. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstaan die verschillen?
Klimaatfactoren: factoren die het klimaat in een gebied bepalen.

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Gesteldheid van het aardoppervlak.
4. Zeestromen
5. Invloed van bergen.

Slide 8 - Tekstslide

Breedteligging:
Hoe hoger de breedte, hoe kouder het wordt.
Stand aardas:
veranderingen zorgen voor verschillende invalshoeken zonlicht.

Slide 9 - Tekstslide

Hoogteligging
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Gesteldheid aardoppervlak
Water warmt langzaam op en koelt langzaam af.

Daarom zorgt de zee voor relatief koele lucht in de zomer en warme lucht in de winter.

Slide 11 - Tekstslide

Klimaatgrafiek
Y-as: 
- neerslag in mm-->blauwe staafjes.
- temperatuur in graden Celsius-->rode lijn.

X-as:
- maanden van het jaar.

Plaatsnaam.
Gemiddelde temperatuur.
Totale hoeveelheid neerslag.

Slide 12 - Tekstslide

Gematigde zone
Gematigde zone
Droge zone
Droge zone
Tropische zone
Koude  zone
Koude  zone

Slide 13 - Sleepvraag

Welk hoofdklimaat is dit?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 14 - Quizvraag

Welk hoofdklimaat is dit?
A
Droog klimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 15 - Quizvraag

Welk hoofdklimaat is dit?
A
Droog klimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 16 - Quizvraag


A
Droog klimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 17 - Quizvraag


A
Droog klimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de klimaatgrafiek naar de juiste klimaat.
poolklimaat
gematigd zeeklimaat
tropisch klimaat

droog klimaat

Slide 19 - Sleepvraag

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 20 - Sleepvraag