Vanaf volgende week krijgen jullie een praktische opdracht over verzekeren.
Toetsjes bestaan niet meer - alles is schoolexamen
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdstuk 5: Is er werk voor jou?
§5.1 Wat levert werken op?
§5.2 Wat voor ondernemingen?
§5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
§5.4 Als je zonder werk zit
3 MAVO
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag:
1. Toets nabespreken (?) / Grootste valkuilen
2. Introductie Hoofdstuk 5 & 6 en de samenhang
3. Stukje theorie
4. Herhalen 'Weet je het nog?'
5. Huiswerk en afsluiten.
Slide 5 - Tekstslide
Toets
Slide 6 - Tekstslide
Deze periode - bedrijfsleven
Hoofdstuk 5 gaat over de arbeider binnen een bedrijf
Wat is de waarde die jij toevoegt en hoe word je daar voor beloond?
Je leert waarom het voor jou belangrijk is je te blijven ontwikkelen
Hoofdstuk 6 bekijkt de situatie van de werkgever en zijn winstgevendheid
Jij moet daar verbanden tussen kunnen leggen - om het bedrijfsleven gezond, jouw kansen leuk goed betaald werk en de economie draaiende te houden!
Slide 7 - Tekstslide
Doelen vandaag
Je kunt uitleggen wat voor arbeidsmotieven er zijn
Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon bepaald wordt
Je kunt je nettoloon berekenen
Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen
Je kunt uitleggen wat het minimumloon is
Slide 8 - Tekstslide
Arbeidsmotieven
Motieven -> Redenen om te werken.
Arbeidsmotieven:
- geld verdienen
- nuttig en zinvol bezig zijn.
- sociale contacten.
- regelmaat aan je leven.
- nieuwe dingen leren
Slide 9 - Tekstslide
Geschoold en ongeschoold
Geschoold werk: opleiding voor nodig
leraar economie, doktersassistent, elektricien
Ongeschoold werk: geen opleiding nodig
postbode, vakkenvuller, vuilnisman
NL= kenniseconomie: grote vraag is naar geschoold werk.
De overheid wil daarom dat iedereen een opleiding volgt.
Slide 10 - Tekstslide
CAO = Collectieve Arbeids Overeenkomst
Gezamenlijke afspraken over arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak. De afspraken worden gemaakt tussen werknemersorganisaties (vakbonden) en werknemersorganisaties.
Slide 11 - Tekstslide
Wit werk
Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs / zwart werk
- grijs werk: onbetaald werk
- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.