Algemene spreekvaardigheden niv 2 en 3

examen spreken en gesprekken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

examen spreken en gesprekken

Slide 1 - Tekstslide

Wat maakt een presentatie goed?

Slide 2 - Woordweb

Hoe lang mag mijn presentatie duren?
A
1-3 minuten
B
tot ik klaar ben
C
staat in de opdracht vermeld

Slide 3 - Quizvraag

Een goede powerpointpresentatie heeft
A
veel afbeeldingen en weinig tekst
B
vermeld alle vragen met antwoorden per dia

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een 'binnenkomer' bij presenteren?

Slide 5 - Woordweb

Hoe breng ik 'samenhang' aan in mijn presentatie?

Slide 6 - Woordweb

Kritisch kijken naar een presentatie:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat ging er goed (+)
Wat kan er beter (-)

Slide 10 - Open vraag

Presentatie Steve Jobs

Slide 11 - Tekstslide

Beoordeling examen spreken
  • inhoud
  • samenhang
  • afstemming op doel
  • afstemming op publiek
  • woordgebruik en woordenschat
  • vloeiendheid, verstaanbaarheid, grammaticale beheersing

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat ging er goed (+)
Wat kan er beter (-)

Slide 14 - Open vraag

Wat is essentieel voor een goed gesprek met een klant?
A
Beschikken over de juiste kennis en inhoud
B
Zorgen dat het gesprek logisch en geordend verloopt
C
Zorgen dat de klant zich begrepen voelt
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

Een prettige houding...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Binnenkomers!

Slide 18 - Tekstslide

Een goed begin, is het halve werk:

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat weet je over gesprekken voeren?

Slide 21 - Open vraag

Wat doe je niet in een zakelijk gesprek?
A
notities maken
B
informeel taalgebruik
C
beleefd en dienstbaar
D
controleren of je elkaar begrijpt

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link

Het belangrijkste van het examen "Gesprekken" =
A
Dat je niet met alleen ja of nee antwoordt
B
Dat je logisch kunt vertellen over dat ene incident op de stageplek
C
Dat je mij laat uitpraten als ik vragen stel
D
Dat je vrolijk en gezellig een gesprek kunt voeren

Slide 24 - Quizvraag

Bij het voeren van een gesprek moet je rekening houden met ....
A
Gespreksdoel en de omgeving
B
Gespreksdoel en gesprekspartner

Slide 25 - Quizvraag

Waar ga ik vooral op letten bij examen Gesprekken?

Slide 26 - Woordweb

Hoe rond je het gesprek af?
A
Je bedankt de docent voor het gesprek.
B
Met een samenvatting, conclusie en je bedankt voor het gesprek.
C
Je stopt met praten en loopt weg.
D
Met een conclusie en je bedankt voor het gesprek.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Veel gemaakte fouten bij een presentatie

Slide 29 - Woordweb

Bij de afsluiting van het gesprek gebruik je bijvoorbeeld:
A
Doei!
B
Nog een prettige dag verder.
C
D
Hartelijk dank voor het gesprek.

Slide 30 - Quizvraag