woordenschat H1 NN mhv
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor amicaal?
A
tweetal
B
vriendschappelijk
C
fysiek
D
lichamelijk
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor aardig?
A
onaardig
B
uniek
C
sympathiek
D
knus
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een synoniem van proef?
A
werkwijze
B
knus
C
experiment
D
signaal
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een synoniem van het kenmerk?
A
de strijd
B
natuurlijk
C
de eigenschap
D
het effect
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een synoniem van de strijd?
A
het conflict
B
het duo
C
het beleid
D
de relatie
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor stimuleren?
A
overheersen
B
niets doen
C
vernielen
D
versterken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor verwantschap?
A
gevolg
B
band
C
relatie
D
serie
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor domineren?
A
vernielen
B
geven
C
overheersen
D
knuffelen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor de conclusie?
A
slotsom
B
de puinhoop
C
de inleiding
D
precies
Slide 11 - Quizvraag
Ik _______ dat je moe bent, je zit zo te gapen. (vermoeden)
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 12 - Quizvraag
Zo! Wat is hier _______? (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 13 - Quizvraag
Wij __________ vorige week een beter antwoord op de vraag. (verwachten)
A
verwachten
B
verwachtten
Slide 14 - Quizvraag
Deze dag ______ mij zoveel energie! (kosten, vt)
A
koste
B
kostte
C
kost
Slide 15 - Quizvraag
_______ serieus op de vraag! (antwoorden)
A
antwoord
B
antwoordt
Slide 16 - Quizvraag
_________ 1,5 meter afstand!
A
Houd
B
Houdt
