Close reading DEVENTER KOEK

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het boek

Nederland is meer dan klompen, kaas en tulpen. Overal en ergens... reist door de twaalf provincies en vertelt over alles wat ons land zo bijzonder maakt: de duinen, de dijken, de sluizen, de havens, de polders en de bollenvelden.

Slide 2 - Tekstslide

Doel na 3 lessen
  Kun jij in je eigen woorden vertellen wat handel is.

Kun jij in je eigen woorden vertellen wat voor slim idee  de hoofdpersonen handden om handel te gaan drijven?


Slide 3 - Tekstslide

Les 1
Deventer koek


Slide 4 - Tekstslide

Wat doen we eerst?
    Je nummert de tekst van 1 tot en met 95
met stappen van 5.​

Slide 5 - Tekstslide

Doel sessie 1
 
Ik kan vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt.

En ik kan een nieuwe titel verzinnen voor dit verhaal.

Slide 6 - Tekstslide

aan het werk
Maak de werkbladen van les 1.

Begin-Midden-Eind
Verzin een nieuwe titel.

timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

begin-midden-eind

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwe titel

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd in deze les?

Slide 10 - Open vraag

Doel sessie 2

Na deze les weet ik....
wat de woorden betekenen die in het verhaal staan.

Na deze les kan ik....
het verhaal navertellen.


Slide 11 - Tekstslide

Welke woorden of uitdrukkingen heb jij omcirkeld?

Slide 12 - Open vraag

hoogtepunt
toppunt

Het winnen van de gouden medaille bij de Olympische Spelen was het hoogtepunt voor Iep Kramer.

Slide 13 - Tekstslide

kuiper
iemand die houten tonnen maakt.

In de houten tonnen kan bijvoorbeeld vis worden bewaard of koek natuurlijk.

Slide 14 - Tekstslide

kogge
een oud schip waar spullen mee werden vervoerd.

Dit schip word nu niet meer gemaakt maar vroeger werd dit veel gebruikt. Ze konden er veel spullen mee vervoeren.

Slide 15 - Tekstslide

matroos
iemand die de laagste rang heeft op een schip.

De kapitein is de baas op het schip en heeft de hoogste rang. Als leerling matroos heb ik  de laagste rang .

Slide 16 - Tekstslide

een school haring
een grote groep vissen van dezelfde soort.

Op deze vissen zie je een school haring. Dit woord  gebruiken we alleen bij vissen.

Slide 17 - Tekstslide

een schip lossen
de lading op het schip wordt er afgehaald.

Vroeger moest je een schip lossen met de hand, maar tegenwoordig gebruiken ze machines.

Slide 18 - Tekstslide

handen uit de mouwen steken
flink aanpakken,
hard werken


Op een dag een tuinhek maken, de kamer verven, groenten planten en de dieren verzorgen is hard werken. Dan moet je de handen uit de mouwen steken.

Slide 19 - Tekstslide

de leerling

de meester
de gezel
lid van het gilde
wel bakker
Gilde

een groep personen met hetzelfde beroep.
geen lid van het gilde
lid van het gilde
nog geen bakker

Slide 20 - Tekstslide

GEZEL
Je bent lid van het gilde (bakkersgilde) maar nog geen meester bakker.

Ik ben gezel bij een bakker. Van de bakker leer ik het vak zodat ik later zelf bakker kan worden. De bakker is de meester.

Slide 21 - Tekstslide

stokvis
vis die wordt gedroogd aan een stok.


Stokvis wordt nog steeds gemaakt. Vroeger werd het veel gegeten omdat je de vis dan heel lang kan bewaren zonder dat het bederft.

Slide 22 - Tekstslide

HET PAKHUIS
Een gebouw waar spullen worden opgeslagen.
Op deze foto die je een oud pakhuis. Hier bewaarden ze alle spullen die door de schepen waren meegenomen.

Slide 23 - Tekstslide

Herbert is leerling koekbakker, Eimert is leerling kuiper. Wat is een ander woord voor leerling?
A
gezel
B
meester
C
kogge
D
matroos

Slide 24 - Quizvraag

Egbert is leerling matroos en hij vaart op een speciaal schip.
Wat is dit voor schip?
A
een motorboot
B
een kogge
C
een botter
D
een schoener

Slide 25 - Quizvraag

Wat maakt een kuiper?
A
Deventer koek
B
een kogge
C
stokvis
D
houten tonnen

Slide 26 - Quizvraag

Als de boot aankwam moest de boot worden leeggehaald.
Dit noemen ze ......
A
het schip uitpakken
B
het schip bevoorraden
C
het schip lossen
D
het schip overvaren

Slide 27 - Quizvraag

De gedroogde vis noem je ook wel                                      Alle goederen werden bewaard in het                                   Dan moet je hard werken. Je moet                               Onderwater zag ik een grote groep haring. Dit noem je ook wel een                                haring .                                 
stokvis
pakhuis
de handen uit de mouwen steken
school

Slide 28 - Sleepvraag

Wat is het tegenovergestelde van dieptepunt?

Slide 29 - Open vraag

Aan boord van een schip ben ik het minst belangrijk. Ik heb de laagste rang. Wat ben ik dan?

Slide 30 - Open vraag

Het verhaal navertellen
Lees het verhaal nog een keer. Ik ga zo vragen om het begin, midden of eind na te vertellen. 

Vertel het begin na!
Vertel het midden na!
Vertel het einde na!
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Doel sessie 3
Na deze les weet ik....
  • Wie de hoofdpersonen van het verhaal zijn.
  • Welk beroep zij aan het begin van het verhaal hebben.
  • Welk beroep zij aan het eind van het verhaal hebben.
  • Waar het verhaal zich afspeelt..
  • Kan ik vertellen of de hoofdpersonen echt hebben bestaan.
  • Ik kan vertellen wat voor slim idee de hoofdpersonen hadden om handel te gaan drijven?

Slide 32 - Tekstslide

Juf leest voor!
Tijdens het lezen mag je aantekeningen maken.

Waar let je  op:
Wie zijn hoofdpersonen in de tekst.
Welk beroep hebben zij in het begin.
Welk beroep hebben zij aan het eind.

Slide 33 - Tekstslide

aan het werk

Maak de werkbladen van les 3.


timer
20:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Vraag 2
Waar speelt het verhaal zich af.


Hoe wist je dat?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

4) Ik kan vertellen wat voor slim idee de hoofdpersonen hadden om handel te gaan drijven?

Slide 38 - Tekstslide