Afweer BS1: Bescherming

Thema 4: Afweer
Basisstof 1 en 2:
Bescherming
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Afweer
Basisstof 1 en 2:
Bescherming

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de werking en functies van de huid bij de afweer van de mens beschrijven.
  2. Je kunt de verschillen tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen beschrijven.
  3. Je kunt de verschillen tussen chemische en mechanische afweer beschrijven.
  4. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Intern vs extern milieu
abiotisch
biotisch

Slide 5 - Tekstslide

Ziekteverwekkers
schimmels

Slide 6 - Tekstslide

Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige organismen die zich vermenigvuldigen dmv deling.
Bacteriën hebben naast het normale DNA ook cirkelvormig DNA (= plasmide)

Slide 7 - Tekstslide

Antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infectieziekten veroorzaakt door bacteriën. 

Antibiotica beschadigen bv. de celwanden van bacteriën, waardoor bacteriën doodgaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Ziekenhuisbacterie
Herhaaldelijke blootstelling aan verschillende antibiotica "selecteren" bacteriën met resistenties.

Ziekenhuisbacterie = resistent tegen alle bekende vormen van antibiotica.

Take home messages: 
  1. Neem geen antibioticakuur, tenzij voorgeschreven door een arts.
  2. Maak een antibioticakuur altijd af!

Slide 9 - Tekstslide

Virussen

Een virus is geen organisme, omdat ze andere organismen gebruiken om zich te verspreiden.
Een virus bestaat uit DNA of RNA, verpakt in een laagje eiwit.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Levenscyclus retrovirus
Retrovirussen zetten hun eigen RNA om in DNA (bijv. HIV)

Het DNA wordt geïntegreerd in het DNA van de gastcel

Virus DNA vertaalt naar viruseiwitten

Slide 13 - Tekstslide

Infectie
Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen.

ontsteking = reactie van je lichaam
op een infectie (bv zwelling)

Slide 14 - Tekstslide

Antigenen
Lichaamsvreemde stoffen worden herkend aan antigenen. 

Slide 15 - Tekstslide

Antigeen
Specifieke afweer betekent dat er gereageerd wordt op een antigeen, bijvoorbeeld:
  • eiwit op de eiwitmantel van een virus,
  • eiwit in de celmembraan van een bacterie,
  • gif dat je binnenkrijgt door een slangenbeet.
  •  eiwit op membraan van een parasiet
  •  eiwit op een cel van een donororgaan

Slide 16 - Tekstslide

Aangeboren en verworven afweer
De aangeboren afweer is aanwezig vanaf de geboorte en verloopt niet-specifiek (ruimt allerlei soorten ziekteverwekkers op).

De verworven afweer ontwikkelt zich gedurende het leven van het organisme en werkt specifiek (tegen één bepaalde ziekteverwekker).

Het afweersysteem is onder te verdelen in verdedigingslinies.

Slide 17 - Tekstslide

FORT HET LICHAAM

Ziekteverwekkers vallen continu het lichaam aan.

Ons afweersysteem verdedigt ons tegen hen door middel van 3 defensielinies
Linie 1: barrières

Doel: ziekteverwekkers buiten houden

vergelijkbaar met slotgrachten, muren, anti-tank barrières, etc.

Slide 18 - Tekstslide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

Soms is dat niet genoeg!

Er is zijn meer defensielinies nodig
Linie 2: a-specifieke aangeboren afweer

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu aselectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met afweergeschut, bunkers, infanteristen, mijnenvelden

Slide 19 - Tekstslide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

De tweede linie kan snel 
ziekteverwekkers aanpakken. Toch er ontsnappen er pathogenen.

Er is nog een defensielinie nodig.
Linie 3: specifieke verworven afweer (deze bouw je tijdens je leven op)

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu selectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met snipers

Slide 20 - Tekstslide

Linies van het immuunstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Barriere
Aanvullende verdediging
Huid
zweet,organische zuren, commensalen
Spijsverteringskanaal
lysozym,maagzuuur,enzymen,darmflora
luchtwegen
trilhaarcellen,slijmcellen
ogen
lysozym
urinewegen
urine, lage pH
Mechanische vs Chemische afweer

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Organen van het immuunsysteem (lymfoïde organen)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Linies van het immuunstelsel

Slide 26 - Tekstslide

aangeboren vs verworven activiteit

Slide 27 - Tekstslide

De drie rollen van complementeiwitten in Binas J1
1
2
3

Slide 28 - Tekstslide

Lymfoïde organen
De lymfoïde organen hebben een functie bij de opslag en transport van witte bloedcellen


In het rode beenmerg worden verschillende witte bloedcellen geproduceerd; fagocyten en lymfocyten

Slide 29 - Tekstslide

Granulocyten
Granulocyten doden ziekteverwekkers d.m.v. fagocytose (~opeten).
Lysosomen zijn met enzym gevulde blaasjes die de ziekteverwekker binnenin de granulocyt afbreken.
Hierbij gaat de granulocyt ook dood en kan met de ziekteverwekker etter/pus vormen.

Slide 30 - Tekstslide

Monocyten
Monocyten komen voor in heel het lichaam.
Kunnen zich ontwikkelen tot macrofaag (= grote eter) of dendritische cel, die beiden  ziekteverwekkers fagocyteren.

Macrofagen gaan minder snel dood dan granulocyten.

Dendritische cellen bevinden zich vooral op plekken waar ziekteverwekkers binnen kunnen dringen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Leerdoelen
  1. Je kunt de werking en functies van de huid bij de afweer van de mens beschrijven.
  2. Je kunt de verschillen tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen beschrijven.
  3. Je kunt de verschillen tussen chemische en mechanische afweer beschrijven.
  4. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
BS 4.1: opdracht 1 t/m 5

Slide 34 - Tekstslide