E&O Administratie Herhaling en voorbereiding toets H1 t/m H4 Bedrijfsorganisatie en -processen

Bedrijfsorganisatie en -processen
Herhaling H1 t/m H4, voorbereiding op de toets

De toets is in week 40!!!!!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfsorganisatie en -processen
Herhaling H1 t/m H4, voorbereiding op de toets

De toets is in week 40!!!!!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunt u de verschillende soorten bedrijven identificeren
  • Aan het einde van de les kunt u de basisprincipes van het starten van een bedrijf uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u de organisatie van een bedrijf en de verschillende bedrijfsfuncties uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u de basisprincipes van archivering en formulierenstroom begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over bedrijfsorganisatie en -processen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bedrijven
  • Productiebedrijf: Een bedrijf dat goederen maakt
  • Handelsbedrijf: Een bedrijf dat producten inkoopt om door   te verkopen
  • Dienstverlenend bedrijf: Een bedrijf dat diensten levert in   plaats van tastbare producten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van producten en diensten
  • Producten worden gemaakt en verkocht, producten kan je   aanraken
  • Diensten worden verleend in plaats van verkocht, diensten     kan je niet aanraken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een bakkerij bakt de bakker zelf zijn brood en verkoopt deze in de winkel. Van welke type onderneming is hier sprake?
A
Een dienstverlenende- en productieonderneming
B
Een dienstverlenende- en handelsonderneming
C
Een handels- en productieonderneming
D
Een handels- en productie- en dienstverlenende onderneming

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het starten van een bedrijf
  • Ondernemingsplan: Een document dat de doelen van een   bedrijf en de stappen om die doelen te bereiken beschrijft
  • Marketingplan: Een deel van het ondernemingsplan dat   beschrijft wat je gaat verkopen, aan wie en hoe
  • Beheren van financiën

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsvormen van bedrijven en aansprakelijkheid
  • Rechtsvorm: Het juridisch jasje, de juridische vorm, van een bedrijf
  • Bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid: Eenmanszaak en VOF
  • Bedrijven met rechtspersoonlijkheid: BV en NV
  • Aansprakelijkheid: De verplichting om nadelige gevolgen van handelingen te dragen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oprichting van eenmanszaak, VOF, BV en NV
  • Procedure voor oprichting:
  • Bij BV en NV notariële acte verplicht
  • Verschillen tussen de rechtsvormen -> aansprakelijkheid en    benodigd kapitaal

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZZP-ers en hun rechtsvorm
  • ZZP-er: Zelfstandige zonder personeel
  • Typische rechtsvorm van ZZP-ers is een eenmanszaak of     een BV

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van een ondernemer
  • Winst maken / Zorgen voor inkomen
  • Zorgen voor continuïteit (voortzetting) van de onderneming
  • Het bereiken van een maatschappelijk (goed) doel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke rechtsvormen heb je een startkapitaal nodig bij de opstart ervan?
A
Besloten vennootschap en vennootschap onder firma
B
Eenmanszaak en naamloze vennootschap
C
Naamloze vennootschap en besloten vennootschap
D
Vennootschap onder firma en eenmanszaak

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overeenkomst tussen een eenmanszaak en een VOF?
A
Van beide kan je de aandelen op de beurs kopen
B
Van beiden zijn de eigenaren hoofdelijk aansprakelijk
C
Beiden moeten met een notariële acte opgericht worden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen welke rechtsvorm zijn meerdere personen met hun privévermogen aansprakelijk voor de schulden van een onderneming?
A
Besloten vennootschap
B
Eenmanszaak
C
Naamloze vennootschap
D
Vennootschap onder firma

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de ondernemersdoelstellingen is ‘continuïteit. Wat betekent continuïteit?
A
Zorgen dat het bedrijf continu draait, dus dag en nacht
B
Zorgen dat het bedrijf continu bemand is
C
Zorgen dat het bedrijf kan voortbestaan
D
Zorgen dat het bedrijf veel andere bedrijven opkoopt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan je van een naamloze vennootschap aandelen op naam kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen bij een eenmanszaak meerdere mensen werken?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen er meerdere mensen bij een Zzp'er werken?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een anderen naam voor een lening?
A
Omzet
B
Begroting
C
Krediet
D
Financieel plan

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in een exploitatiebegroting?
A
Een schatting van de benodigde investeringen
B
Een schatting van de omzet en de kosten
C
Een schatting van de liquide middelen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie vind je in het financieringsplan van een onderneming?
A
Bedrijfsaanvraag
B
Kredietaanvraag
C
Rechtsvormaanvraag
D
Zakelijke bankrekeningaanvraag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het plan waarin gedetailleerd staat hoe een startende onderneming zijn bedrijf gaat starten?
A
Bedrijfsplan
B
Financieringsplan
C
Marketingplan
D
Ondernemingsplan

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfsorganisatie en -functies
  • Organisatie van een bedrijf -> Wie doet wat (Functie) en hoe   moet het gedaan worden (Proces)
  • Primaire, logistieke en financiële functies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke bedrijfsfunctie behoren Inkoop, Magazijn en expeditie
A
Primaire functie
B
Financiële functie
C
Logistieke functie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een beschrijving van activiteiten in een bedrijf, hoe iets moet worden gedaan
A
Een bedrijfsfunctie
B
Een bedrijfsproces

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke bedrijfsfunctie behoren Productie, verkoop en levering
A
Primaire functie
B
Financiële functie
C
Logistieke functie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Archivering en formulierenstroom
  • Archivering: Het netjes en geordend opbergen van   formulieren en/of bestanden
  • Het belang van het bijhouden van bedrijfsdocumenten
  • Beheren van formulieren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Archivering en rangschikmethoden in een bedrijf

  • Statisch archief: Zelden benodigde formulieren
  • Dynamisch archief: Regelmatig benodigde formulieren

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke methodes (meerdere) kan je gebruiken om te archiveren?
A
Kleur
B
Datum
C
Alfabet

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je verplicht om een product te kopen als je een offerte aanvraagt?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Productiebedrijf: Een bedrijf dat goederen maakt
  • Handelsbedrijf: Een bedrijf dat producten inkoopt om door te verkopen
  • Dienstverlenend bedrijf: Een bedrijf dat diensten levert in plaats van tastbare producten
  • Ondernemingsplan: Een document dat de doelen van een bedrijf en de stappen om die doelen te bereiken beschrijft
  • Marketingplan: Een deel van het ondernemingsplan dat beschrijft wat je gaat verkopen, aan wie en hoe
  • Bedrijfsfuncties: De verschillende rollen en taken binnen een bedrijf
  • Archivering: Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is archivering?
A
Een bedrijf dat diensten levert in plaats van tastbare producten
B
Een bedrijf dat goederen maakt
C
Een bedrijf dat producten inkoopt om door te verkopen
D
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een marketingplan?
A
Een bedrijf dat diensten levert in plaats van tastbare producten
B
Een bedrijf dat producten inkoopt om door te verkopen
C
Een bedrijf dat goederen maakt
D
Een deel van het ondernemingsplan dat beschrijft wat je gaat verkopen, aan wie en hoe

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ondernemingsplan?
A
Een bedrijf dat producten inkoopt om door te verkopen
B
Een bedrijf dat diensten levert in plaats van tastbare producten
C
Een bedrijf dat goederen maakt
D
Een document dat de doelen van een bedrijf en de stappen om die doelen te bereiken beschrijft

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 36 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.