Taal thema 4 les 16

Thema 4, les 16
Ik leer de juiste vorm van een werkwoord te gebruiken in een zin.
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 4, les 16
Ik leer de juiste vorm van een werkwoord te gebruiken in een zin.
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen

Slide 1 - Tekstslide


Dit doel heb je al gehad en is een herhalingsles.

Bekijk de slides om je geheugen weer op te frissen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk woord hoort op de lege plek?
Hij ... een boek
A
koop
B
koopt
C
kopen

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort op de lege plek?
Wij ........ naar een concert
A
ga
B
gaat
C
gaan

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort op de lege plek?
Ik ........ een taart
A
bak
B
bakt
C
bakken

Slide 6 - Quizvraag

Uitleg

Op de bladzijdes hierna vind je de uitleg over werkwoorden en het onderwerp. Lees het goed door en oefen met de juf mee.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke regel hoort bij de wij-vorm
A
de ik-vorm + t
B
het hele werkwoord

Slide 11 - Quizvraag

LET OP! bij ZIJ

Als het om 1 persoon gaat.
De ik-vorm + t --> Zij loopt naar binnen.

Als het om meerdere personen gaat.
Het hele werkwoord --> Zij lopen naar binnen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
- Je maakt 20+

- Als er nog tijd over is ga je verder in je werkpakket.

Je bent 30 minuten bezig met taal.
timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide