Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 4
El plan de hoy:
-Corregir los deberes
-Verbos irregulares con -g- en primera persona
-El pretérito perfecto
-Muy/Mucho
-Los deberes
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Beroepsopleiding
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
El plan de hoy:
-Corregir los deberes
-Verbos irregulares con -g- en primera persona
-El pretérito perfecto
-Muy/Mucho
-Los deberes
Slide 1 - Tekstslide
Los deberes
Oefening 8 blz.69
Stel de vraag "wie of wat".
Antwoord= lo, la, los, las (lijdend voorwerp)
Stel de vraag "aan wie of waaran"
Antwoord= me, te le, se, os, nos, les (meewerkend voorwerp)
Slide 2 - Tekstslide
Onregelmatige werkwoorden met een -g- in de eerste persoon enkelvoud:
hacer, poner, salir, traer, decir, venir blz.72
Hacer 8a, blz. 66
Slide 3 - Tekstslide
1.Wat is de pretérito perfecto?
2.Hoe vorm je de pretérito perfecto?
3. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?
(Ga naar blz. 72)
Vamos a hacer el 9c y 10a del libro de texto.
¿Qué lugares has visitado estas vacaciones?
Pretérito Perfecto
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Y tú, ¿Qué has hecho?
Ejemplo: Este año
he ido
pocas veces al cine.
Este año................................................................................
Este mes...............................................................................
Esta semana........................................................................
Esta mañana........................................................................
Hoy...........................................................................................
Nunca......................................................................................
Slide 6 - Tekstslide
Vamos a hacer el ejercicio 10.c
p. 68
Vamos a escuchar un audio sobre vacaciones.
p
Vamos a hacer el ejercicio 10.c p.68
Vamos a escuchar un audio (pista 57) sobre vacaciones y hacer el ejercicio 12.b p. 68
Slide 7 - Tekstslide
MUY/ MUCHO
Muy (zeer, erg) - staat voor een bijvoegelijke naamwoord of bijwoord.
Es una casa muy
bonita.
Es un hombre muy
inteligente.
Es una mujer muy
elegante.
Aquí se vive muy
bien.
Mucho (veel, vaak)- staat meestal voor een zelfstandig naamwoord.
Hay mucho
tráfico.
Hace mucho
calor.
Me interesa
mucho.
Hacer ejercicio 12.d p.68
Tengo mucho
dinero.
Slide 8 - Tekstslide
Afsluiting
Wat betekent...?
1. Yo hago.
2.Yo vengo.
3. Todavía no
4.El regalo
5. Volver
Slide 9 - Tekstslide
Los deberes
-Oefeningen 17 tot/m 21(werkboek)
Lezen:blz. 69 (tekstboek)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3Ha/Hva week 49 (3)
Februari 2024
- Les met
20 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Formative grammar test ALL TENSES
September 2023
- Les met
48 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
viernes, 4 & lunes 7 de diciembre 3vsp1
November 2020
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A5sp4 - Periode 1, Les 3 (PA4 H3, 2e les) - GSE (08-09-2022)
September 2022
- Les met
31 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 4, les 1
September 2024
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
10-12 - presente perfecto - muy y mucho
Oktober 2021
- Les met
18 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
Unidad 7.3
December 2020
- Les met
23 slides
spaans
MBO
Studiejaar 1
Les 10 - Capitulo 2
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4