media communicatie

Periode 7 Media en Criminaliteit
eindtoets
nieuws
praktische opdracht

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Onderdelen in deze les

Periode 7 Media en Criminaliteit
eindtoets
nieuws
praktische opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Media
  • Ik kan uitleggen wat communicatie is
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie
  • Ik kan uitleggen wat het verschil tussen eenzijdig en tweezijdige communicatie is

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie
-Communicatie is bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap aan iemand doorgeven 


Slide 3 - Tekstslide

Communicatie

Slide 4 - Tekstslide

verbaal of non-verbaal
Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

non-verbale communicatie:
Je lichaam spreekt met anderen gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. 


Slide 5 - Tekstslide

eenzijdig of tweezijdig
Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger

Slide 6 - Tekstslide

Tekenopdracht
alleen verbaal communiceren
alleen eenzijdig

Slide 7 - Tekstslide

persoonlijk of massaal
1 zender, veel ontvangers
Wanneer een medium (tv, krant, boeken, radio, billboards, enz.) een groot publiek bereikt, is het een massamedium
massacommunicatie

Slide 8 - Tekstslide

Waar gebruiken we media voor?
kennis en nieuws
ontspanning
contact
identiteit

Slide 9 - Tekstslide

2

Slide 10 - Video

00:10
Welke media gebruiken jullie?

Slide 11 - Woordweb

00:59
Welke functie van mediagebruik komt hier vooral naar voren?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
sociaal contact
D
identiteit

Slide 12 - Quizvraag

Oefening
Ik heb een tekening. De bedoeling is dat jullie exact dezelfde tekening op jullie papier krijgen. 
Maar: ik communiceer alleen verbaal en eenzijdig.

Slide 13 - Tekstslide