3.2 het dieren rijk

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

welkom

ga rustig zitten en pak je boek en Ipad er bij

leerdoel

je kunt kenmerken noemen van 5 groepen gewervelde dieren.

wat gaan we doen?

stukje herhalen

oefen opdrachten (lessonup)

nieuwe theorie

aan de slag

afsluiten

de vorige les

wat hebben we besproken?

wat heb je toen geleerd?

waar of niet waar?
Een dierlijke cel heeft bladgroen korrels.

1. waar
2. nietwaar
3. weet ik niet

waar of niet waar?
Bacteriën en schimmels hebben een celkern.

1. waar
2. nietwaar
3. weet ik niet

waar of niet waar?
Een planten cel heeft bladgroenkorrels, een celkern en een celwand

1. waar
2. nietwaar
3. weet ik niet

De wervelkolom

Bij de mens noemen we dat je ruggengraat. Deze bestaat uit allemaal wervels. Alle dieren die een ruggengraat hebben noemen we gewervelden.

reptielen

Leven buiten en in het water. hebben droge schudden als huid en hebben longen.

vissen

Leven in water, hebben schubben met daarop slijm. Ze halen adem via kieuwen.

hebben eieren zonder een schaal.

amfibieën

Leven buiten en in het water, de huid is bedekt met slijm. haald adem met longen en zijn huid.

hebben eieren zonder een schaal.

vogels

vogels leven op het land of in de lucht. hebben veren als huid en ademen met de longen.

hebben eieren met een harde schaal.

zoogdieren

leven op het land en in het water. ze hebben een huid die bedekt is met haren en ademen met longen.

worden levend geboren zonder ei.

wat ga je doen?

vul de tabel in twee tallen of alleen in.

gebruik hierbij blz 141 probeer het eert zelf

ben je klaar?

maak dan opdracht1 tot en met 6 op blz141 t/m143