Stap 1: Je neemt de tekst en opdrachten van inleiding en hoofdstuk 1 globaal door.
Stap 2: Je verwoordt op welke manier een afgod zich in het Oude en Nieuwe Testament zichtbaar maakt.
Zichtbaar: op welk gebied was de afgod actief, waar stellen de mensen hun vertrouwen op.
Stap 3: Je schrijft drie voorbeelden van afgoden die in de Bijbel voorkomen op.
Stap 4: Je maakt opdracht 1.8 waarin je de kenmerken en het gevaar van het dienen van afgoden opschrijft.
Stap 5: Je maakt opdracht 1.9 waarin je een defenitie schrijft van het begrip afgoderij.
Stap 6: Je gemaakte opdrachten lever je in via ggm@gsr.nl. Verplicht.
Stap 7: Leraar beoordeelt gemaakte werk met een O-V-G.