Interview en Vraagsoorten Thea

Interview en vraagsoorten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Interview en vraagsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les
  • Je weet wat een interview is.
  • Je weet wat open en gesloten vragen zijn.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen.
  • Je kunt een interview voorbereiden.
  • Je kunt uitleggen wat 'doorvragen' betekent.
  • Je kunt een interview afnemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'INTERVIEW'
Waar denk jij aan?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Heb je weleens iemand geïnterviewd?
JA
NEE

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Interview?
  • Een interview kan op beeld (televisie) zijn, of geschreven. 
  • Het doel is: iets te weten komen van de geïnterviewde.
  • Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.

Slide 5 - Tekstslide

In het landelijke nieuws komen bijvoorbeeld vaak interviews voor met belangrijke personen uit de politiek of de film- en muziekwereld.
In het regionale nieuws  zou je bijvoorbeeld een interview met de trainer van een grote voetbalploeg tegen kunnen komen en in het lokale nieuws  een interview  met de burgemeester.
Hyperlokaal kun je denken aan een interview met de directeur van jullie school.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wat gaat er mis in het volgende interview?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging mis bij deze interviews?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vragen ken je?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 11 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Kijkopdracht

a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Bent u blij met uw baan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.

antwoord heeft gegeven.

Slide 19 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”
Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
  • Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel.
  • Voor je weggaat: vraag na of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview vragen maken 
Jullie  gaan nu interview vragen formuleren.

Bedenk wie je kan interviewen en wat je kunt vragen.
Het mag ook een medestudent zijn...of een familielid...of iemand op stage. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zou jij kunnen interviewen?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen kun je stellen?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Je gaat nu een interview voorbereiden door op papier vragen te zetten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je ook alweer op letten?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Succes met het interview!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze les nuttig
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips voor de docent?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies