Omgangsvormen

Wie heb ik aan de lijn ?
EHBO
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wie heb ik aan de lijn ?
EHBO

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Inleveren/ nakijken opdrachten
- Uitleg: 1. Wie heb ik aan de lijn?
2. Eerste hulp en advies bij ongelukjes
- Aan het werk.
- Exit- vragen

Slide 2 - Tekstslide

wie heb ik aan de lijn?

Slide 3 - Tekstslide

Wie heb ik aan de lijn?
Leerdoelen:
Aan de hand van de opdracht kan je:
- een formeel gesprek voeren.
-  passende vragen stellen die horen bij een situatie.
- belangrijke zaken onderscheiden van bijzaken.
- belangrijke zaken noteren.

Slide 4 - Tekstslide

Omgangsvormen
Dat je vriendelijk en beleefd bent en dat je mensen respectvol behandelt.
Zo moet je:
• jezelf kunnen presenteren
• met mensen kunnen omgaan
• duidelijk kunnen uitleggen wat je wilt
• goed kunnen luisteren
• je verplaatsen in de situatie van iemand anders. (Empathie tonen)
• op verschillende manieren met iemand contact kunnen maken

Slide 5 - Tekstslide

Omgangsvormen
Representatief  (je ziet er netjes uit en je bent beleefd.)

Beleefdheidsregels:
-jezelf voorstellen 
-passend taalgebruik
-houding 
-geen kauwgum


Slide 6 - Tekstslide

Je stem
Als je telefoneert, kan de ander je wel horen maar niet zien. Alle communicatie gebeurt via je stem. 
 Intonatie = het spreken met verschillende toonhoogtes in je stem.  Bijvoorbeeld:
1. Nee, ik wil morgen naar de wínkel.
2. Nee, ik wil mórgen naar de winkel.
Als je met een goede intonatie spreekt, klinkt je stem vriendelijker en levendiger, maar ook duidelijker.

Slide 7 - Tekstslide

Het gesprek
  1. • Zeg: ‘Goedemorgen’ of ‘Goedemiddag’ en noem daarna luid  de naam van het bedrijf en duidelijk je eigen naam.
  2. • Let op goede omgangsvormen.  Spreek met ‘u’. Blijf altijd beleefd!
  3. • Luister goed en herhaal  wat de ander gezegd heeft om te checken of je het goed hebt gehoord.
  4. • Je noteert de naam en het telefoonnummer van de ander en je noteert de vraag. Zorg dat je je belofte ook echt nakomt!  
  5. Doe geen andere dingen tijdens het gesprek, zodat je geconcentreerd blijft.
  6. Zorg dat er altijd een notitieblok met pen naast de telefoon ligt.
  7. Sluit netjes af met 'Tot ziens' - GEEN DOEI!

Slide 8 - Tekstslide

Wie heb ik aan de lijn?
- Lees bijlage 1 goed door.
- Oefen de rollenspellen – bij de balie en aan de telefoon.
- Jij bent in beide gevallen de doktersassistent. Een andere medeleerling is de cliënt.
- Vul op bijlage 2 de telefoonnotitie in tijdens het telefoongesprek.
- Als je er klaar voor bent voer de rollenspel uit voor de docent.

Slide 9 - Tekstslide

Eerste hulp en advies bij ongelukjes

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt informatie zoeken en selecteren over ziekten en ziekteverschijnselen
- Je kunt duidelijke vragen stellen (open vragen)
- Je kunt advies geven over een splinter verwijderen
- Je kunt advies geven over een vinger tussen de deur
- Je kunt advies geven hoe je omgaat met koorts
- Je kunt advies geven over het vallen op een pols

Slide 11 - Tekstslide

Koorts
Wat ?  Lichaamstemperatuur hebt van 38,5 of hoger.
Waarom?  afweersysteem werkt sneller, door bloed dat sneller stroomt.
Ziet of voelt? Bleke huid, rillen en klappertanden

Slide 12 - Tekstslide

Splinter 
• Was de wond voorzichtig met water.
• Grijp met een pincet het uiteinde van de splinter en houd hierbij de pincet in het verlengde van de splinter.
• Trek de splinter voorzichtig uit de huid.
• Spoel het wondje schoon met lauw stromend water.
• Droog de omgeving van de wond met een schone theedoek.
• Dek eventueel de wond af met een pleister.

Slide 13 - Tekstslide

Huisarts
• als de splinter tijdens het verwijderen afbreekt;
• bij glassplinters waarbij de kans bestaat dat er resten achterblijven;
• bij een splinter in of rond het oog;
• als het niet lukt om de splinter te verwijderen;
• als het splinterwondje tekenen van infectie gaat vertonen.
.

Slide 14 - Tekstslide

Vinger tussen de deur
• Is er een wond? 
• Reinig de wond 
• Droog af met een schone doek.
• Dek de wond af.
• Koelen.

Slide 15 - Tekstslide

Kneuzing
Botbreuk/ ontwrichting

Slide 16 - Tekstslide

Wat doe je??
Kneuzing?
Botbreuk? 
Ontwrichting?

Slide 17 - Tekstslide

Wat doe je?
Kneuzing: Koelen + Steunverband
Botbreuk/ Ontwrichting: hand, arm, schouder of voet: huisarts 
nek, rug, heup, been of knie:  112 bellen


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
- Je maakt bij elke casus een klein overzicht met duidelijke OPEN- vragen die je kan stellen
- Je geeft bij elke casus tips die de beller zelf zou kunnen doen
- Je geeft bij elke casus een duidelijk advies.
- Verwerk 1 van de casussen in een strip (dit mag getekend of met foto’s waar de teksten bij komen te staan) of in een rollenspel dat je filmt.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht:  Wie heb ik aan de lijn?
Eerste hulp en advies bij kleine ongelukken.
Klaar? Controle door docent / nakijken of inleveren.
Stoppen om 14.12 uur. 
Exit- vragen

Slide 20 - Tekstslide