In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets HS. 2 Aarde
1. De oefentoets bestaat uit 32 vragen
2. Lees de vragen goed!
3. Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten!
Slide 1 - Tekstslide
Het corioliseffect is een ander woord voor ...
A
ITCZ
B
de wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie
Slide 2 - Quizvraag
De atmosferische circulatie zorgt ervoor dat...
A
Koudere lucht uit de poolstreken naar Nederland kan waaien
B
Warme lucht uit de tropen naar Nederland kan waaien
C
Koudere lucht uit poolstreken rond de polen blijft
D
Warme lucht uit de tropen in de tropische zone blijft
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer brengt een moesson veel vocht met zich mee?
A
Wanneer de moesson vanaf het continent waait
B
Wanneer de moesson de evenaar kruist
C
Wanneer de moesson lange tijd over zee waait
Slide 4 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Rechts = natte moesson op NH
B
Rechts = natte moesson op ZH
C
Rechts = natte passaat op NH
D
Rechts = droge passaat op NH
Slide 5 - Quizvraag
In welke zone ligt het loofwoud?
A
boreale zone
B
gematigde zone
C
aride zone
D
subtropische zone
Slide 6 - Quizvraag
Deze landschapszone ligt rondom de evenaar.
A
Tropische zone
B
Subtropische Zone
C
Aride Zone
D
Gematigde Zone
Slide 7 - Quizvraag
Welk plaatje laat een stratovulkaan zien?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Welk plaatje laat een Caldera zien?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Een schildvulkaan heeft ...... vulkanisme.
A
Explosief
B
Effusief
C
Beide
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de voornaamste reden dat er veel versnelde bodemerosie plaatsvindt
A
Verzilting
B
Teveel voedselverspilling
C
Landdegradatie
D
Ontbossing
Slide 11 - Quizvraag
Welke omschrijving hoort bij het begrip: Landdegradatie
A
wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
B
door de mens veroorzaakte schade aan een natuurlijk systeem.
C
Kwaliteitsvermindering van de grond
D
proces van landdegradatie in relatief droge gebieden
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET
Slide 13 - Quizvraag
Welk klimaat geeft de klimaatdiagram weer?
A
Af
B
As
C
Cs
D
Aw
Slide 14 - Quizvraag
Welk klimaat heeft Nederland?
A
Cs-klimaat
B
Cw-klimaat
C
Cf-klimaat
Slide 15 - Quizvraag
Welke neerslagvorm komt het meeste in Nederland voor?
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale neerslag
Slide 16 - Quizvraag
Waar zorgt het omdraaien van de passaat voor?
A
Een moesson
B
Het regenseizoen
C
Het droogseizoen
D
Een passaat
Slide 17 - Quizvraag
De wet van Buys Ballot =
A
Op noordelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
B
Op het zuidelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
Slide 18 - Quizvraag
Nummer 5 op de afbeelding geeft de ... weer
A
Zuidoospassaat
B
Noordoostpassaat
C
Westenwinden
D
Poolwinden
Slide 19 - Quizvraag
De intertropischeconvergentiezone (ITCZ) is altijd een
A
Maximum
B
Minimum
Slide 20 - Quizvraag
Wat is geen klimaatfactor?
A
Geografische breedteligging
B
Type oppervlak
C
Gebergtes en Hoogte
D
Overheersende windrichting
Slide 21 - Quizvraag
Boven welke zeestroom verdampt meer water?
A
Warme zeestroom
B
Koude zeestroom
C
Er verdampt evenveel water
Slide 22 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. Een koude zeestroom is wat temperatuur betreft altijd kouder dan een warme zeestroom 2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 23 - Quizvraag
Welke foto geeft de correcte landschapszone bij een savanneklimaat?
A
B
C
D
Slide 24 - Quizvraag
Welke landschapszone zal minder oppervlak van de aarde innemen door klimaatverandering?
A
de gematigde landschapszone
B
de subtropische zone
C
de (semi)aride zone
D
de polaire zone
Slide 25 - Quizvraag
Een belangrijke oorzaak voor de huidige klimaatverandering is het .......
A
versterkte broeikaseffect
B
Broeikaseffect
C
Hitte op aarde
D
klimaatverandering
Slide 26 - Quizvraag
Verzilting kun je voorkomen door drainage.
A
goed
B
fout
Slide 27 - Quizvraag
Welk proces is te zien op de foto?
A
Bodemerosie
B
Verzilting
C
Ontbossing
D
Verwoestijning
Slide 28 - Quizvraag
Welke drie soorten landdegradatie kun je onderscheiden
A
overbeweiding, ontbossing, verzilting
B
bodemerosie, verwoestijning, ontbossing
C
verzilting, bodemerosie, overbeweiding
D
bodemerosie, verwoestijning, verzilting
Slide 29 - Quizvraag
Wat is naast het Middellandse Zeeklimaat de belangrijkste factor die van het Middellandse Zeegebied een eenheid maakt?
A
Mediterrane landbouw
B
Irrigatielandbouw
C
Mediterrane vegetatie
D
Neerslagintensiteit
Slide 30 - Quizvraag
Bij welk klimaat past deze klimaatgrafiek?
A
Landklimaat
B
Gematigd Zeeklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
Poolklimaat
Slide 31 - Quizvraag
Welke vulkaan komt niet voor in het Middellandse Zeegebied
A
Etna
B
Vesuvius
C
Santorini
D
Mnt. St. Helens
Slide 32 - Quizvraag
In de winter staat het Middellandse Zeegebied meer onder invloed van