Herhalen H2 - Stoffen en materialen

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.5
  • terugblikken H2
  • oefen toets
  • maken oefenopdrachten
  • "speed-test" 
  • afsluiting les

 


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.5
  • terugblikken H2
  • oefen toets
  • maken oefenopdrachten
  • "speed-test" 
  • afsluiting les

 


Slide 1 - Tekstslide

Vragen §2.5

Slide 2 - Tekstslide

Vragen H2

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik §H2

Slide 4 - Tekstslide

Oefentoets(je)
  • 15 vragen
  • max. 10 minuten
  • gebruik je Binas - rekenmachine
  • de vragen hebben een timer
  • bij je buurman/vrouw kijken heeft geen zin

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen stofeigenschap?
A
kleur
B
soortelijke weerstand
C
kookpunt
D
gewicht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de dichtheid?
A
Het volume gedeeld door de massa
B
Een ander woord voor gewicht
C
de massa gedeeld door het volume
D
Het aantal cm3

Slide 7 - Quizvraag

Een voorwerp heeft een massa van 20 gram en een volume van 10 cm3. Bereken de dichtheid.
A
200 g/cm3
B
2 g/cm3
C
0,5 g/cm3
D
10 g/cm3

Slide 8 - Quizvraag

Welke stoffen geleiden de elektriciteit?
A
koper, goud, steen
B
Rubber, ijzer, koper
C
goud, zilver, brons
D
koper, ijzer, perspex

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de massa van 25 cm3 goud (gebruik je Binas)
A

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de dichtheid van aluminium
(gebruik de Binas)
A
2,7 g/cm3
B
7,8 g/cm3
C
19,3 g/cm3
D
8,96 g/cm3

Slide 11 - Quizvraag

Welke stof heeft een dichtheid van 11,35 g/cm3
A
goud
B
ijzer
C
koper
D
lood

Slide 12 - Quizvraag

Bereken het volume van de steen
A
15 ml
B
24 ml
C
9 ml
D
39 ml

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de fase overgang van gas naar vloeibaar
A
condenseren
B
verdampen
C
vervluchtigen
D
rijpen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het smeltpunt van kwik
A
-114 graden Celsius
B
- 39 graden Celsius
C
0 graden Celsius
D
39 graden Celsius

Slide 15 - Quizvraag

Water stolt bij ... C (Celcius)
A
0 C
B
-273 C
C
273 C
D
100 C

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram?
A
brandbaar
B
brand bevorderend
C
licht ontvlambaar
D
giftig

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn 2 stofeigenschappen van hout
A
Geur en smaak
B
Hout is een isolator en is brandbaar
C
Hout is goedkoop en duurzaam
D
Hout drijft en is makkelijk te bewerken

Slide 18 - Quizvraag

Glas van de glasbak wordt ingezameld, vermalen en daarna verwerkt tot nieuwe flessen
A
Dit noemen we recycling
B
Dit noemen we hergebruik
C
Dit noemen we afval scheiden
D
Dit noemen we zonde van het glas

Slide 19 - Quizvraag

Welk soort afval is de spaarlamp (gebruik je Binas)
A
GFT
B
Glas
C
Blik
D
KCA

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent KCA
A
Klein Chemisch Afval
B
Koper, Chloor en Aluminium afval
C
Kortbestaand Chemisch Afval
D
Kleine Chemische Aanwinst

Slide 21 - Quizvraag

Oefenopdrachten
  • Maak de oefenopdrachten op papier.
  • maximaal 30 min. de tijd hiervoor.
  • We gaan ze nakijken als iedereen klaar is.
  • Ben je eerder klaar dan de rest begin je met de oefentoets.
timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

'Speed-test'
- bedenk 5 proefwerkopgave en schrijf deze op een blaadje met het antwoord erbij; (10 minuten)
- loop door de klas en zoek iemand op;
- stel aan elkaar de vragen. Is het antwoord goed, geef een compliment. Zo niet, geef dan het goede antwoord; 
- zoek iemand anders op en stel weer de vragen aan elkaar. (max. 20 minuten)

Slide 23 - Tekstslide

Oefentoets
Maak de oefentoets op blz. 142 in je boek

Slide 24 - Tekstslide

Voorbereiden op een Toets!
  • Lees de tekst van de paragraaf door;
  • Maak een lijst van de signaalwoorden (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
  • Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
  • Maak nog wat opgaven, misschien ook uit de groene - of blauwe route;
  • Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;
  • maak de 'Oefentoets'.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide