Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapter 4 - grammar recap
Chapter 4 - Part E
Reflexive pronoun
Each other
B3B
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapter 4 - Part E
Reflexive pronoun
Each other
B3B
Slide 1 - Tekstslide
Reflexive Pronoun
= wederkerend voornaamwoord
De 'reflexive pronoun' gebruik je om het onderwerp van de zin terug te halen.
Slide 2 - Tekstslide
It
is looking at
itself
Slide 3 - Tekstslide
Welke reflexive pronouns zijn er?
Slide 4 - Tekstslide
Reflexive pronouns zeggen iets over .......
A
Het werkwoord in de zin
B
Het onderwerp van de zin
Slide 5 - Quizvraag
Welke reflexive pronouns (wederkerend vnw.) hoort bij: he
A
itself
B
ourselves
C
himself
D
yourselves
Slide 6 - Quizvraag
Welke reflexive pronouns (wederkerend vnw.) hoort bij you
A
myself
B
yourself
C
themselves
D
itself
Slide 7 - Quizvraag
Welke reflexive pronouns (wederkerend vnw.) hoort bij I
A
myself
B
yourself
C
itself
D
yourself
Slide 8 - Quizvraag
Welk van de onderstaande woorden zijn 'reflexive pronouns'?
A
myself, herself, themselves
B
my, her, their
C
each other, one another
D
mine, yours, ours
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de 'reflexive pronouns'?
He saw ..... in the mirror.
A
Itself
B
Himself
C
Herself
D
Yourself
Slide 10 - Quizvraag
Welke reflexive pronoun staat in het enkelvoud?
A
himself
B
themselves
Slide 11 - Quizvraag
Welke reflexive pronouns (wederkerend vnw.) hoort bij " jullie "
A
themselves
B
yourself
C
yourselves
D
itself
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de 'reflexive pronouns'?
I wrote this poem ___
A
myself
B
yourself
C
herself
D
itself
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de 'reflexive pronouns'?
They collected the stickers ___
A
ourselves
B
themselves
C
ourself
Slide 14 - Quizvraag
I understand reflexive pronouns.
A
Yes!
B
No, not yet.
C
I need a bit more practice.
Slide 15 - Quizvraag
Each other
Je gebruikt
each other
als je het hebt over twee of meer personen of dingen die op
elkaar
gericht zijn. Each other betekent ‘
elkaar
’.
Slide 16 - Tekstslide
Each other
He likes her and she likes him. →
They like
each other.
Peter and Mary
are looking at
each other.
Rachael and Chris
are talking to
each other.
Slide 17 - Tekstslide
Each other betekent ....
A
Elkaar
B
Een ander
Slide 18 - Quizvraag
Gina and I hadn’t seen
____________________ for a few months, so we decided we wanted to have some fun.
A
ourselves
B
herself
C
each other
D
myself
Slide 19 - Quizvraag
Hey! You look familiar.
Do we know (1) _______________________?
A
myself
B
ourselves
C
themselves
D
each other
Slide 20 - Quizvraag
I understand when to use "each other"
A
Yes!
B
No, not yet.
C
I need a bit more practice.
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Chapter 4 - grammar reflexive pronouns
3 dagen geleden
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar E
Januari 2025
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar E
8 dagen geleden
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar recap
Januari 2025
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar E
20 dagen geleden
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar recap
Februari 2025
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar recap
Mei 2024
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Chapter 4 - grammar E
22 dagen geleden
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3