Les 2 leesvaardigheid

Goedemiddag!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen
  • Toets opschrijven in Plenda
  • Terugblik leesvaardigheid
  • Lesdoelen
  • Theorie tekstverbanden en signaalwoorden + Kahoot!
  • Aan de slag met boekje leesvaardigheid
  • Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Toets leesvaardigheid op 1 juni het 2e uur

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan vier verschillende tekstdoelen herkennen en benoemen tijdens het lezen van een tekst.
  • Ik kan tekstsoorten koppelen aan tekstdoelen.
  • Ik ken signaalwoorden bij verschillende tekstverbanden.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik leesvaardigheid
1. Welke vier tekstdoelen zijn er?
2. Geef twee voorbeelden van een tekstsoort.
3. Bij welk tekstdoel hoort de tekstsoort 'studieboek'?

Slide 6 - Tekstslide

Theorie tekstverbanden en signaalwoorden
Welke woorden zou je op de puntjes schrijven? Welk verband hebben de twee delen met elkaar?

1. Ik had me verslapen, ... ik zat tot twaalf uur te gamen.
2. Tim beweerde dat een nijlpaard wel honderd jaar kan worden, ... dat is niet zo.
3. ... ik te laat kwam, moest ik een te laat briefje halen.

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen met Kahoot!
https://create.kahoot.it/details/bfdc3238-d7a2-44c7-b9af-48ca9f9e59a8

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: tot en met opdracht 7 van je boekje.
Gebruik het schema op blz. 6 uit het boekje!

Klaar? Ga lezen uit je leesboek :)

Slide 9 - Tekstslide

Les afsluiten

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 11 - Open vraag

Welk verband zie je in onderstaande zin?

Ik fietste hard naar werk, dus ik was nog op tijd.

A
Tegenstellend verband
B
Concluderend verband
C
Samenvattend verband
D
Redengevend verband

Slide 12 - Quizvraag

Welk verband zie je in onderstaande zin?

Ik krijg alleen zakgeld als ik de vaatwasser uitruim.

A
Doel-middel verband
B
Toegevend verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Chronologisch verband

Slide 13 - Quizvraag