Les 15a drager en X-chromosomaal

Drager en X-chromosomaal
Klas 2DH2A LessonUp
§12.2 opdracht 1 t/m 12
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Drager en X-chromosomaal
Klas 2DH2A LessonUp
§12.2 opdracht 1 t/m 12

Slide 1 - Tekstslide

Lees de onderstaande tekst. Welke conclusie is op grond van deze resultaten te trekken over de overerving van het allel voor zwarte en het allel voor witte vachtkleur? Er zijn 5 schapen paren gekruist.
Paar A: De witte ooi en de witte ram kregen samen twee witte nakomelingen
Paar B: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen twee witte nakomelingen
Paar C: De witte ooi en de witte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling.
Paar D: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling.
Paar E: De zwarte ooi en de zwarte ram kregen samen twee zwarte nakomelingen

A
Het allel voor zwarte vachtkleur is dominant
B
Het allel voor witte vachtkleur is dominant
C
Je kunt niet zeggen welke eigenschap dominant is
D
Zowel wit als zwarte vachtkleur is dominant

Slide 2 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je leert hoe aandoeningen overerven. Wat een drager is en wat er bedoeld wordt met X-chromosomale overerving.
  • Je benoemt dat een man een zaadcel met een X-chromosoom of een Y-chromosoom heeft en een vrouw een eicel met een X-chromosoom. 
  • Je kent de term geslachtsgebonden overerving en kunt dit toepassen bij het doen van voorspellingen over het genotype van nakomelingen en of ouders. 

Slide 3 - Tekstslide

Drager
Bekijk straks het filmpje op de volgende slide of bestudeer de paginas 167 en 168 uit Nectar. Te vinden in Portal bij het werkdoel opzoek naar verwantschap.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Samengevat
Drager
  • Iemand die een ziekmakend allel heeft, maar zelf niet ziek is. Deze persoon is heterozygoot (Aa) voor dit allel. 

Een stamboom is een overzichtelijk schema, waarin familieleden staan, met hun familieband en het fenotype dat ze voor een eigenschap hebben. 






Slide 6 - Tekstslide

Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen (rr) heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.

Is de moeder drager van het recessieve allel voor tongrollen? En de vader?
A
De moeder is drager
B
De vader is drager
C
Beide zijn drager
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 7 - Quizvraag

Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder?
En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder

Slide 8 - Quizvraag

X-chromosomaal
Bekijk straks het filmpje op de volgende slide of bestudeer pagina 168 en 169 uit Nectar (weinig kleurenblinde meisjes). Te vinden in Portal bij het werkdoel 'opzoek naar verwantschap'.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Samengevat
X-chromosomaal
  • Er zijn eigenschappen die alleen op het X-chromosoom liggen.
Let op: Mannen hebben 1 X- en 1 Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen. (zie ook kruisingschema in afbeelding)
  • Dit betekent dat de man altijd de eigenschap die op zijn X-chromosoon zit als fenotype heeft. 
Notatie:
XKY- = Dominante Man
XkY- = Reccesieve man
XKXK = Homozygoot dominante vrouw
XkXk = Homozygoot recesieve vrouw
XKXk = Heterozygote vrouw




Slide 11 - Tekstslide

In een bepaalde familie komt een erfelijke afwijking voor die wordt veroorzaakt door een X-chromosomaal gen. Een vrouw uit deze familie is drager van dit gen, maar vertoont de afwijking niet. Ook haar man vertoont de afwijking niet. De vrouw is in verwachting. Het embryo wordt vóór de geboorte onderzocht. Het blijkt een jongen te zijn.
Hoe groot is de kans dat deze jongen na de geboorte de bedoelde afwijking vertoont?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 12 - Quizvraag

Het allel voor een bepaalde vorm van kleurenblindheid bij de mens is X-chromosomaal en recessief.
Hierover worden de volgende beweringen gedaan.
1 Als een vrouw kleurenblind is, is haar vader kleurenblind en haar moeder òf eveneens kleurenblind òf drager.
2 De kans dat een dochter uit een huwelijk tussen een heterozygote vrouw en een kleurenblinde man kleurenblind is, is 50%.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
Bewering 1
B
Bewering 2
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk
Leren en maken §12.2 uit Nectar
Opdracht 1 t/m 12 uit opdrachtboek nectar
Link naar pdf van het boek is te vinden in de portal bij het werkdoel 'op zoek naar verwantschap'.

Slide 14 - Tekstslide