La négation

Bonjour, ça va?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bonjour, ça va?

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui on va parler de la négation = de ontkenning


Ne ... pas
n'.... pas
bijvoorbeeld:
Je ne regarde pas la télé
ce n'est pas amusant

Slide 2 - Tekstslide

Maak deze zin ontkennend:
je travaille au cinéma
A
je travaille pas au cinéma
B
je ne travaille pas au cinéma
C
je ne travaille au cinéma

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Maak deze zin ontkennend:
c'est facile
A
ce n'est pas facile
B
c' n'est pas facile
C
c'est ne pas facile

Slide 5 - Quizvraag

ne + persoonsvorm + pas

Let op klinkerbotsing!!
j'ai seize ans
je n'ai pas seize ans

Slide 6 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
J'aime le chocolat
A
J'aime pas le chocolat
B
Je n'aime le chocolat pas
C
Je n'aime pas le chocolat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de ontkennende zin van
je regarde la télé?

Slide 8 - Open vraag

timer
0:10
ce
n'
est
pas

Slide 9 - Sleepvraag

autres négations
ne...jamais
ne....plus
ne.....rien

Slide 10 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend met "nooit":
Vous allez en France
timer
0:10
A
Vous ne allez jamais en France
B
Vous allez ne en France rien
C
Vous n'allez pas en France
D
Vous n'allez jamais en France pas

Slide 11 - Quizvraag

Tu aimes le foot?
timer
0:10
A
Non, j'aime pas le foot
B
Non, je n'aime pas de foot
C
Non, je ne aime pas le foot
D
Non, je n'aime plus le foot

Slide 12 - Quizvraag

Geef ontkenned antwoord met "niets" Vous donnez un cadeau?
timer
0:10
A
Non, je ne donne pas un cadeau
B
Non, je ne donne rien
C
je ne donne rien un cadeau
D
je ne donne jamais un cadeau

Slide 13 - Quizvraag

Spelregels
  • Draai met de spinner
  • Zeg de vorm van het werkwoord.
  • Bij een goed antwoord mag je blijven staan, bij een fout antwoord moet je terug naar waar je stond.
  • De volgende speler is aan de beurt. Ga met de klok mee.
  • Wie bereikt als eerst het vakje «gagné»?

Slide 14 - Tekstslide