2TH voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Taalverzorging

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
- Je weet dat je werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord kunt gebruiken.
- Je weet dat je meestal een bijvoeglijk naamwoord maakt van een voltooid deelwoord.
- Je weet dat een bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk geschreven wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Slide 3 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Woordweb

voltooid deelwoord als bn
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Voorbeeldzinnen
  • We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
  • De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
  • Het bestede bedrag kun je declareren.
  • De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
  • Het verbrede pad zag er goed uit.
  • Gisteren verbreedde de tuinman het pad. 

Slide 7 - Tekstslide

Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
De vergrote foto      (niet vergrootte).
De verwachte vriend        (niet verwachtte).
De verbrede weg           (niet verbreedde).

Maar: Het kind is gered --> Het geredde kind. 

Slide 9 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Slide 10 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Verwoesten: de ........ stad

Slide 11 - Open vraag



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 12 - Open vraag



De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Open vraag



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 14 - Open vraag



De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Open vraag



De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger
Schrikken: de ........ mensen

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Slide 18 - Open vraag

Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.

Slide 19 - Open vraag

De crisis werd verwacht. De ..... crisis.

Slide 20 - Open vraag

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Slide 21 - Open vraag