Hoofdstuk 9.2 Geluidssnelheid B4 les 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H9: Geluid

Benodigheden

- laptop

- Binas

- Rekenmachine 

Tassen op de grond

Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 4!

Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 

Jas over je stoel

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

9.2: Geluidssnelheid

Introductie

§ 9.1 Trillingen en tussenstof

§ 9.2 Geluidssnelheid

§ 9.3 Hoog en laag geluid

§ 9.4 Hard en zacht geluid

§ 9.5 Geluidshinder

Lesprogramma

1. Huiswerk controle
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Instructie (uitleg)
5. Afsluiting 
6. Huiswerk
7. Nabespreking

Huiswerkcontrole

Maak opdrachten op de examensite

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Terugblik

1. Je kunt beschrijven dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
   
2. Je kunt beschrijven dat geluid een trilling is.
   
3. Je kunt beschrijven dat geluid een snelheid heeft.
   
4. Je kunt beschrijven dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.

Leerdoelen 9.2 Geluidssnelheid

1. Je kunt berekeningen maken met de geluidssnelheid.
   
2. Je kunt benoemen wat er met geluid gebeurt als het een oppervlak van een ander materiaal tegenkomt.
   
3. Je kunt het gebruik van echoscopie beschrijven.
   
4. Je kunt het gebruik van echolood beschrijven.
   
5. Je kunt berekeningen maken met geluid bij een echo.
   

De snelheid van geluid.

Met deze formule bereken je de afstand die het geluid heeft afgelegd.

afstand = geluidssnelheid x tijd

geluidssnelheid = afstand : tijd

tijd = afstand : geluidssnelheid.

De snelheid van geluid. 

Voorbeeldopdracht 1

Je ziet een bliksemflits (afbeelding 1). Je hoort 3,0 seconden later de donder. 

De luchttemperatuur is 20 °C.

Hoe ver is het onweer van je af?

   gegevens:

   geluidssnelheid = 343 m/s (bij temperatuur = 20 °C)

    tijd = 3,0 s

    gevraagd:

    afstand tot het onweer = ? m

• uitwerking
  
• afstand = geluidssnelheid × tijd
  
• afstand = 343 × 3,0 = 1029 m
  
• Het onweer is 1029 m van je af. 
• Dat is ongeveer 1 km.

Geluid terugkaatsen

Geluid dat tegen een hard voorwerp aankomt weerkaatst terug. Dit noem je echo. 

Geluid dat tegen een zacht voorwerp aankomt wordt geabsorbeerd. Het materiaal neemt het geluid dan op. 

Echoscopie

• Een arts stuurt met een apparaat geluid door het lichaam van een patiënt.
• Het geluid wordt in het lichaam teruggekaatst door de botten, spieren en andere weefsels. 
• Dat terugkaatsen doet elk weefsel op een andere manier.
• Een computer vangt het teruggekaatste geluid (de echo) op.
• Zo kan de computer de terugkaatsing meten.
• 
  
• De computer maakt een beeld van het geluid.
• Dat beeld heet een echobeeld. 
• De techniek waarbij een beeld wordt gemaakt met geluid, 
• heet echoscopie.

Echolood

Echolood werkt ook met geluidsgolven.

Het lood zend geluidsgolven weg (toongenerator) en vangt ze weer op (microfoon).

Afgelegde weg van geluid= geluidssnelheid x tijd

(Let op, dit geluid legt 2 keer de afstand af)

De diepte meten met een echolood

Samenvatting:

1. De afstand die geluid aflegt, kun je uitrekenen met de formule:
   
2. afstand = geluidssnelheid × tijd
   
3. De tijd die geluid onderweg is, kun je uitrekenen met de formule:
   
4. tijd = afstand : geluidssnelheid
   
5. Zachte materialen absorberen geluid.
   
6. Een hard, glad oppervlak kaatst geluid terug.
   
7. Een echo is teruggekaatst geluid.
   
8. Een echobeeld is een beeld van teruggekaatst geluid.
   
9. Een echobeeld maken heet echoscopie.
   
10. Een echolood stuurt geluid naar de zeebodem en vangt de echo op. Een computer berekent hoe diep het water is.
    
11. Sommige dieren maken gebruik van echo.

Aan de slag!

Maak opdracht: van paragraaf 9.2 

1 t/m 20 

Je mag samenwerken!

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Waar wil je nog extra uitleg over?

Afsluiting: we weten.................

1. Je kunt berekeningen maken met de geluidssnelheid.
   
2. Je kunt benoemen wat er met geluid gebeurt als het een oppervlak van een ander materiaal tegenkomt.
   
3. Je kunt het gebruik van echoscopie beschrijven.
   
4. Je kunt het gebruik van echolood beschrijven.
   
5. Je kunt berekeningen maken met geluid bij een echo.

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan

😒🙁😐🙂😃

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?

😒🙁😐🙂😃

De les was leuk?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

• Zet in je planner!!
• Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!