ZVA GMK les 4 herhalen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een indifferente zalf mag een patient 1 FTU per keer gebruiken
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 2 - Quizvraag

FTU: finger tip unit, ter grote van vingerkootje van volwassenen, wordt gebruikt bij dermacorticosteroiden om overdosering te voorkomen
dermacorticosteroiden mogen 2x per dag worden gebruikt
Dermacorticosteroiden worden intermitterend gebruikt. Waarom is dit? Anders ontstaat er
A
een overgevoeligheids reactie
B
gewenning
C
een allergie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ureum wordt aan een dermacorticosteroïd toegevoegd om
A
de werking te verbeteren
B
bijwerkingen te verminderen
C
weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

salicylzuur en ureum zorgen allebei voor betere opname in de huid
een zalf / creme kan ook onder occlusie worden aangebracht, de huid wordt dan afgedekt met plastic
Een sympathicomimetica zorgt ervoor dat de spieren rond de bronchiën zich
A
aanspannen
B
ontspannen
C
weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij ernstige astma wordt behandeld met een ICS. Dit zorgt ervoor dat het immuunsysteem
A
geremd wordt
B
gestimuleerd wordt
C
weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Bij astma kan door een overgevoeligheidsreactie de bronchien ontstoken raken, hierdoor kunnen de longblaasjes beschadigd raken. Om dit te voorkomen wordt een inhalatie corticosteroid gebruikt ICS
Welke middel wordt niet preventief bij COPD gegeven?
A
prednisolon
B
amoxicilline
C
salbutamol
D
weet ik niet

Slide 7 - Quizvraag

bij COPD zijn de longblaasjes al ernstig beschadigd, om te voorkomen dat de longen verder achteruit gaan wordt soms preventief prednisolon of amoxicilline gebruikt. Salbutamol is een luchtweg verwijdend middel, dit moet juist chronisch gebruikt worden
Wat is het nadeel van theofylline?
het
A
smalle therapeutische breedte
B
werkt elke patiënt anders
C
wordt ingesteld op geleide van de bloedspiegel
D
A, B en C zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk conserveermiddel wordt het meest toegepast in oogdruppels
A
methylparabeen
B
benzalkonium
C
weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste benaming voor oogdruppels voor eenmalig gebruik?
A
depot
B
guttae
C
minims
D
weet ik niet

Slide 10 - Quizvraag

Minims , unit dosse, monofree

iemand met een ooginfectie mag contactlenzen dragen
A
juist
B
onjuist
C
weet ik niet

Slide 11 - Quizvraag

contactlenzen mogen gedragen worden wanneer iemand oogdruppels gebruikt, behalve zachte contactlenzen bij oogdruppels met benzalkoniumchloride, bij een ooginfectie wordt aangeraden tijdelijk geen lenzen te dragen om herbesmetting te voorkomen
Voor welke oogaandoening wordt duratears voorgeschreven
A
glaucoom
B
droge ogen
C
oog infecties

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies