9 cours du 18 septembre

9 cours du 18 septembre
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

9 cours du 18 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

programme
- Forms gelukt? / tu veux rendre ta lettre 3?
- les articles
- on parle: "un accident"
- corriger texte
- chercher des expressions pratiques

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Explique la police...
  • Sur la Tour Eiffel
  • Un bébé/grand-père/sac tombe
  • La police t'arrête
  • Explique que ce n'était pas toi qui l'a poussé/laisser tombé

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

5H 2024 18 sep
corriger texte

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cherche des expressions
  • groupe de deux personnes
  • 1 feuille de papier; 5 min
  • expressions dans le couloir (gang)
  • un élève marche, lit les mots et revient avec le plus d’expressions possibles.
  • écris-les sur une feuille de papier
  • puis l'autre élève marche
  • Une expression = 1point, 1 expression + traduction = 2p, traduction néerlandais sans expression = 0p
  • Une seule erreur d’orthographe = 0p
  • l'équipe avec le plus d’expressions BIEN ÉCRITS de la classe a GAGNÉ

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

devoirs
pas de devoirs pour demain :)

LUNDI: articles

MERCREDI: lettre 4


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Petit quiz questions semaine dernière

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Met welke aanhef begin je een formele brief als je geen idee hebt wie hem gaat lezen?
A
Cher Monsieur,
B
Monsieur,
C
Cher Madame, Monsieur,
D
Madame, Monsieur

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Begin je de brief na de aanhef met een grote of een kleine letter? En mag je met "je (ik)" de zin beginnen?
A
kleine letter, "je" mag
B
Hoofdletter, "Je" mag
C
kleine letter, "je" mag niet
D
Hoofdletter, "Je" mag niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Hoe bedank je voor een brief?
A
Merci de ta lettre
B
Merci de ton lettre
C
Merci pour ton lettre
D
Merci pour ta lettre

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Van 3 tot 6 juli =
(let op hoofdletters!)
A
de 3 à 6 Juillet
B
du 3 au 6 Juillet
C
de 3 à 6 juillet
D
du 3 au 6 juillet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. op 8 augustus =
A
sur 8 aout
B
Le 8 aout
C
À 8 aout
D
Au 8 aout

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Hoe maak je de stam van de "imparfait"
A
Hele ww zonder -er
B
hele werkwoord, eindigend op een -r
C
Nous-vorm zonder -ons
D
vervang -er door é

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat is de imparfait-stam van "être"
A
été
B
somm-
C
ét-
D
ser-

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Welke letter zit er in iedere imparfait?
A
a
B
i
C
e
D
t

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Vertaal:
zij gingen
A
ils allaient
B
ils allient
C
ils allait
D
ils allont

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Vertaal: u maakte af
A
vous finisez
B
vous finissez
C
vous finisiez
D
vous finissiez

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe sluit je een formele mail af als je niet weet wie het gaat lezen ?
(let op punt, komma en hoofdletters!)
A
Je vous prie, Madame, Monsieur, d'aggréer mes salutations distinguées.
B
Je vous prie, monsieur, d'aggréer mes salutations distinguées.
C
Je vous prie, Monsieur, d'aggréer mes salutations distinguées,
D
Je vous prie, madame, monsieur, d'aggréer mes salutations distinguées,

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

devoirs
pas de devoirs pour demain :)
?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forms passé composé nu ECHT maken!!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

devoirs
pas de devoirs pour demain :)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forms passé composé nu ECHT maken!!
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

questions + 2 verbes
  • Fais 3 questions originales avec...
  • pouvoir (kunnen) / vouloir (willen) / devoir (moeten). 
  • + infinitif
  • Je moet altijd est-ce que gebruiken
  • Je mag vraagwoorden+est-ce que gebruiken.
  • bijv. Est-ce que tu veux frapper à la table ?
  • bijv. Quand est-ce que tu dois laver les mains ?
timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VTD ex. F
33. main
34. va
35. demande
36. met
37. fait l'action
38. pense
39. savoir
40. assez

41. est
42. occupé
43. le dos
44, tranches de pizza, frustrée
45. lait
46. chercher, poli
47 allée
48. des choses à manger

gramm 4c
1. d'
2. des
3. de
4. des
5. de
6. de
7. de

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

décrire objet
  • je te donne une image.
  • tu décris l'image 
  • fais attention aux adjectifs! (forme et place)
  • ton partenaire essaie de dessiner ce que tu décris
  • change de rôle

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capybara

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies