In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Gaswisseling bij dieren
Basisstof 6: Gaswisseling bij dieren
Slide 1 - Tekstslide
Ademhalingsorganen
Slide 2 - Woordweb
Introductie
Longen
Huid
Kieuwen
Tracheeën
Geen ademhalingsorganen
Slide 3 - Tekstslide
Longen
Zoogdieren, vogels en reptielen
Slide 4 - Tekstslide
Huid
Zuurstof wordt via de weefselvloeistof naar de haarvaten getransporteerd
Slide 5 - Tekstslide
Ademen met kieuwen
Slide 6 - Tekstslide
Kieuwen
Hierin liggen veel haarvaten
Opname O2 en afgifte CO2
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Tracheeën
Luchtbuizen
Via openingen aan de zijkant van het lichaam komt lucht in de tracheeën, die openingen heten stigma's.
Tracheeën vertakken zich steeds verder tot aan spieren en organen = lucht met O2 komt overal in het lichaam terecht
O2 wordt vanuit tracheeën opgenomen in de cellen> groot opp dus gaat snel
Bij veel soorten insecten zitten vooral stigma's in het achterlijf
Slide 9 - Tekstslide
Geen ademhalingsorganen
Gaswisseling vindt plaats via het celmembraan
Slide 10 - Tekstslide
Even op een rij
Zoogdieren > longen
Vogels > longen
Reptielen > longen
Jonge amfibie > kieuwen en huid
Volwassen amfibie > huid (+ longen)
Vissen > kieuwen
Eencelligen > celmembraan
Slide 11 - Tekstslide
Waarmee haalt een kip adem?
A
Longen
B
Kieuwen
C
Tracheeën
D
Huid
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag
Slide 13 - Quizvraag
Hoe halen vissen adem?
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem
Slide 14 - Quizvraag
Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen
Slide 15 - Quizvraag
Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling plaats via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
celmembraan
kieuwen
longen
tracheeën
Slide 19 - Sleepvraag
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Omdat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 20 - Quizvraag
Kieuwboog
Kieuwplaatje
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
Dolfijnen ademen net als mensen met longen. Maar een dolfijn ademt niet in en uit door de mond of de neus. Een dolfijn heeft een blaasgat boven op de kop. Bij het duiken sluit hij het blaasgat af. Leg uit dat een dolfijn zich niet kan verslikken.