week 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de video?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierin ontwikkelt een embryo zich
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt de
bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eileider
D
Eierstok

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van de route van zaadcellen?
A
zaadbal, bijbal zaadleider
B
bijbal, zaadleider, zaadbal
C
zaadleider, zaadbal, bijbal
D
zaadbal, zaadleider, bijbal

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatie cyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
-Speciale stoffen, signaal stoffen, die in kleine hoeveelheden in het bloed zitten.
-Het zijn chemische boodschappen die er wat langer over doen om op de plaats van bestemming te komen dan de elektrische stroompjes die via zenuwbanen worden gestuurd.
 -Ze beïnvloeden de stofwisseling en functies van organen. Eigenlijk het ‘bewakingssysteem’ van ons lichaam


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het mannelijk groeihormoon?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Oestrogeen
D
Melatonine

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking in het kort

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren 
Endocriene klier: afgifte aan het bloed. 
Een klier die zowel endocrien als exocrien is, is de alvleesklier; het endocriene gedeelte maakt het hormoon insuline, dat aan het bloed wordt afgegeven, het exocriene gedeelte maakt darmsap.
Exocriene klier: afgifte via afvoergang (bijv. zweetklier en traanklier)

Slide 19 - Tekstslide

Exocriene klier: afgifte via afvoergang waardoor hun producten naar de bestemde plaats worden geleid. Bijv. traanklier, zweetklier.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een terugkoppeling

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer oefenen!
  • hormoonklieren quiz  op anatomie-online 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies