Les 2, deel 2/3: Kaartlezen

Les 2: Kaartlezen
DEEL 2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Kaartlezen
DEEL 2

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
    
          weet je meer over het nieuws;
          kun je vertellen welke punten belangrijk zijn bij het gebruik van 
          een kaart;

          kun je de tekst samenvatten door zelf toetsvragen te bedenken
          over de belangrijkste informatie uit de tekst;

          kun je de tien nieuwe woorden in de tekst plaatsen.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het nieuws
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat zo een nieuwsartikel lezen (en samen bespreken). 
Maar wat is een geschikt artikel om te kiezen?
Het artikel is voor iedereen interessant genoeg.
Het is niet te kort, maar ook niet te lang.
Je kunt er veel vragen over stellen.
het nieuws
de tekst
terugblikken
Je kunt er je mening over geven.
Er komen door het
artikel nieuwe vragen en ideeën bij je op.
Je kunt er verder over doordenken en praten.
Je kunt er zelf oplossingen bij bedenken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    
Kies nu zelf een nieuwsartikel van één van deze websites en lees het goed.
Straks moet je in een paar zinnen kunnen vertellen wat je hebt gelezen.

Klik op de oranje linkjes
om de website te openen. Artikel gelezen? Keer dan
terug naar deze les.
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Op welke website heb jij een artikel gelezen?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de titel van jouw artikel?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


           Waarover ging jouw artikel? Vat de tekst samen in je eigen woorden.
Vóórdat je de tekst gaat lezen,
ga je deze video bekijken.
In de video zie je dat in veel winkels superfoods te koop zijn: bessen, zaadjes en drankjes die je als aanvulling op je dagelijkse eten kunt gebruiken. 
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?
Samenvatten?
Denk aan:
  • Over wie (of wat) gaat het?
  • Wat is er aan de hand?
  • Waar was dat?
  • Wanneer was dat?
  • Waarom was dat?
  • Hoe is het gebeurd?
  • Wat is nog meer belangrijk om te vertellen?

het nieuws
de tekst
terugblikken

Slide 8 - Open vraag

TIP:

In bijlage I van de Algemene Handleiding PO (Voer eens een nieuwsgesprek!) wordt uitgelegd hoe je een gesprek over het gelezen nieuws kunt voeren!

Waarom koos je dit artikel? 
En wat vond je er interessant aan?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de tekst

Wegwijs in de wereld van kaartlezen
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooraf nog even dit: wat kun je doen als je een woord niet kent?
Lees de hele zin.
Ook de zin ervoor en erna zeggen
vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerst even scannen
Klik op de tekst om hem te vergroten en scan hem even kort door. Wil je weten hoe je dat doet? Klik dan op de button ‘scannend lezen’.
In de volgende dia's gaan we de alinea's een voor een langs.
bron
Bron: https://www.kampeerwereld.nl/blog/wegwijs-in-kaartlezen/

Bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat ga je in deze tekst lezen over 'de wereld van kaartlezen', denk je?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Open vraag

Begin je antwoord met: Ik denk dat ik in deze tekst ga lezen dat...
de titel en de inleiding
Wegwijs worden in de wereld van het kaartlezen

Tegenwoordig is
GPS bijna niet meer weg te denken uit je benodigdheden als je op pad gaat. Het komt wel eens voor dat deze je in de steek laat, door slecht bereik of het uitvallen van je telefoon. Dan is het fijn als je de weg toch kan vervolgen zonder verdwaald te raken. Om jou op weg te helpen in het kaartlezen zetten wij wat belangrijke punten op een rijtje.

Klik hier voor de betekenis van deze woorden.
de GPS
Betekenis: (afkorting van Global Positioning System) het systeem waarmee je kunt bepalen waar je bent en waarmee je een route kan bepalen (ander woord voor het navigatiesysteem)
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke punten denk jij dat belangrijk zijn bij kaartlezen?
Klik hier en luister mee!
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Open vraag

Begin je antwoord met: Ik denk dat .......... en  ........... belangrijk zijn bij kaartlezen, omdat........
de eerste en tweede alinea
Gebruik een recente kaart
De omgeving en wegen veranderen natuurlijk veel door de jaren heen. Zorg er daarom altijd voor dat je de laatste versie van een kaart aanschaft. Deze worden in de meeste gevallen regelmatig bijgewerkt. Check voordat je op pad gaat ook even of de gehele route die je van plan bent te maken op de kaart staat. Is dat niet het geval? Dan is het handig om de aansluitende kaart ook mee te nemen zodat je onderweg niet verrast wordt.

Bestudeer de legenda
Hoewel het principe van de legenda
(fig. 1) altijd gelijk is, verschilt de uitwerking ervan soms wel per routekaart. Neem voor je op pad gaat dan ook even de tijd om te kijken met welke kleuren en icoontjes er gewerkt wordt. Dat voorkomt verwarring in het kaartlezen onderweg.



het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Klik hier en luister mee!
figuur 1
de versie
Betekenis: de variant

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat zou er in de omgeving kunnen veranderen waardoor 
een kaart niet meer klopt?
Klik hier en luister mee!
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Open vraag

Begin je antwoord met: Ik denk dat .......... en  ........... kunnen veranderen in de omgeving waardoor een kaart niet meer klopt.

Wat staat er NIET in een legenda?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

A
Wat de icoontjes op de kaart betekenen.
B
Wat de kleuren op de kaart betekenen.
C
Hoeveel 1 cm op de kaart in het echt is.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de derde en vierde alinea
Houd het noorden aan
Als je de routekaart recht voor je houdt wijst de bovenkant van de kaart altijd naar het noorden. Hierna is het natuurlijk aan jou om uit te vinden of je de goede richting op gaat. Een makkelijk hulpmiddel hiervoor is een kompas (fig. 2). Mocht je die vergeten zijn, dan kun je ook met de stand van de zon en een analoog horloge de goede richting bepalen.

Leer afstanden inschatten
Elke routekaart werkt met een andere
schaal die altijd op de kaart zelf te vinden is. Met behulp van een touwtje kun je de afstand gemakkelijk opmeten als er ook veel bochten in de route liggen. Deze leg je vervolgens tegen een liniaal en zo kun je de werkelijke afstand berekenen. Door bijvoorbeeld een stukje van de route bij te houden, leer je op een gegeven moment de werkelijke afstanden beter inschatten.



het kompas
Betekenis: het instrument waarmee je kunt aflezen waar het noorden is
figuur 2
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

de schaal
Betekenis: het getal dat aangeeft hoeveel groter een afstand op een kaart in het echt is

Slide 19 - Tekstslide

Bespreeksuggesties:
  • Hoe werkt een kompas? Best pittig om dat uit te leggen voor groep 6. Deze twee filmpjes kunnen daarbij helpen:
  • Filmpje 1: kijken van 3:17 tot 5:04 minuut.
  • Filmpje 2: Helemaal kijken (stukje over magnetische polen van de aarde is lastig!).

  • Zoek samen met de leerlingen op hoe je met een analoog horloge het noorden kunt bepalen. Hoe werkt dat?


Welke andere manieren, behalve met een kompas of je telefoon, kun je nog bedenken om de goede kant op te gaan?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de vierde alinea nog eens goed. Welke stappen moet je nemen om met een touwtje de afstand op een kaart op te meten? Sleep de vakken A t/m E naar de juiste plek.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
1
2
3
4
5
Knip het touwtje af bij het eindpunt van de route op de kaart. (Of houd het touwtje goed vast bij dat eindpunt).
Kijk naar de schaal van de kaart. Hoeveel is 1 cm op je kaart in het echt?
Leg het touwtje precies over de route die je wil opmeten op de kaart. Het begin van het touwtje leg je bij het startpunt.
Reken met behulp van de schaal uit hoeveel kilometer (of meter) de centimeters van je touwtje in het echt zijn. Nu weet je hoe lang jouw route is!
Meet met een lineaal de lengte van je het touwtje tussen startpunt en eindpunt.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

de vijfde en zesde alinea


Let op herkenningspunten
De vele wegen en paden op een kaart kunnen soms wat overweldigend zijn en dan kan het lastig zijn om in te schatten waar jij je precies begeeft. Het is dan handig om de omgeving even goed te bestuderen op herkenningspunten. Denk maar aan bezienswaardigheden, benzinestations of campings. Vaak staan deze op de kaart en kom je vervolgens borden langs de kant van de weg tegen.

Houd de bochten bij
Als je onderweg bent kunnen ook bochten jou helpen met het bepalen van
de locatie. Door flauwe en scherpe bochten te leren herkennen op de kaart heb je een extra herkenningspunt die jou helpt de route iets verder vooruit te plannen zonder dat je op de kaart hoeft te kijken.


zich begeven
Betekenis: ergens zijn
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

de locatie
Betekenis: de plek
overweldigend?
Weet je niet (meer zeker) wat 'overweldigend' betekent? Bedenk wat je kunt doen om de betekenis te achterhalen!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke herkenningspunten zijn er voor jou onderweg van jouw huis naar school?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


  Leg met behulp van de twee afbeeldingen in de hotspots uit wat het verschil is 
  tussen een flauwe bocht en een scherpe bocht.
de ziektekiem
Betekenis: het virus of de bacterie waar je ziek van wordt
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

een flauwe bocht
een scherpe bocht

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de zevende en achtste alinea
Leg de route vast
Markeer de route die je aflegt terwijl je onderweg bent in plaats van voor vertrek. Doordat je de lijn visueel maakt bij bijvoorbeeld het voorbijgaan van elke plaats of een herkenningspunt, leer je makkelijker je huidige locatie te herkennen op een kaart. Hierdoor wordt het ook meer een gewoonte. Heb je onderweg iets noemenswaardig gezien of was het in het algemeen een hele mooie route? Dan heb je deze ook gelijk op papier staan en kun je die een andere keer nabootsen.

Let op de omgeving
Wanneer je aan het
navigeren bent, kan het er nog wel eens bij in schieten om je goed te focussen op de omgeving. Zeker als je op pad gaat met de auto is het slim om een bijrijder te hebben die navigeert. Ga je toch alleen op pad? Dan is het voor zowel een wandeling, fietsroute of autorit wel zo veilig om even te stoppen langs de kant van de weg en dan je route verder te plannen. Zo breng jij jezelf of anderen niet in gevaar.




afleggen
Betekenis: doen ((hier lopen, fietsen, rijden etc.)
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

navigeren
Betekenis: plannen en volgen van een route van waar je bent naar waar je naartoe wilt
erbij inschieten
Betekenis: iets was wel de bedoeling, maar gebeurt/gebeurde niet

Slide 25 - Tekstslide

Bespreeksuggesties:

  • wat betekent 'noemenswaardig': kunnen de leerlingen dit afleiding uit de woorddelen?
  • Wat wordt hier bedoeld met 'nabootsen'?

Wat heeft 'markeren' met 'visueel' te maken?
het nieuws
de tekst
terugblikken
A
'visueel' betekent: wat met zien te maken heeft. Als je iets markeert, zie je het duidelijk.
B
'visueel' betekent dat het onzichtbaar is. Als je het dan markeert, zie je het wel!
C
'visueel' betekent: wat met vissen te maken heeft. Als je een vis op de route ziet, moet je hem markeren.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een 'bijrijder'? 
En waar in de achtste alinea kan ik het antwoord afleiden?
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de laatste alinea
Gewoon doen
Al met al is het vooral een kwestie van veel oefenen en doen. Start bijvoorbeeld met wat regionale routes totdat jij de handigheid van het kaartlezen beter onder de knie hebt! Hierna kan jij jezelf steeds meer uitdagen met langere routes of door onbekende gebieden te ontdekken zonder digitale navigatie.




het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

het is een kwestie van ...
Betekenis: het hangt af van ...
onder de knie hebben
Betekenis: iets kunnen wat je eerst niet kon en waarvoor je hebt geoefend/geleerd

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke tips die in deze tekst genoemd zijn vind jij het belangrijkst? Leg je antwoord uit.
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Na het scannen van de tekst heb je voorspeld wat je zou gaan lezen.
Klopte die voorspelling? Leg je antwoord uit.
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Toetsvragen maken
Samenvatten van een tekst kun je ook doen door zelf toetsvragen te bedenken bij de belangrijkste informatie uit de tekst. Ook handig voor je juf of meester :-)

Bedenk vier vragen die in een toets gebruikt kunnen worden:

Twee weetvragen: vragen waarvan je het antwoord in de tekst kunt vinden. Noem hierbij ook de juiste antwoorden.

Twee denkvragen: vragen waarvan het antwoord NIET in de tekst staat, maar waarvoor je goed moet nadenken OVER de tekst. Geef bij deze twee denkvragen ook je eigen antwoorden (denk aan de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' uit les 1 van dit blok)

In de volgende slide type je je vragen met de antwoorden.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Typ hier je vier toetsvragen met de antwoorden
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier staan de doelen van dit deel van de les.
Welke heb je al behaald? Een welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Ja, dit doel heb ik behaald
Nee, aan dit doel moet ik nog werken
Ik weet welke punten belangrijk zijn bij het gebruik van een kaart.
Ik weet meer over het nieuws.
Ik kon de tekst samenvatten door vier toetsvragen te bedenken over de belangrijkste informatie uit de tekst.
Ik kan de tien nieuwe woorden in de tekst plaatsen.

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met 
deel 2 van deze les.
Veel plezier met deel 3!
het nieuws
de tekst
terugblikken en vooruitkijken

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies