Het kind leert door de nieuwe informatie te verbinden met hetgeen hij al weet, hij construeert nieuwe kennis (constructivisme). Als daar een sociaal element aan wordt toegevoegd, samen leren met anderen, spreek je van sociaal constructivisme
Slide 6 - Tekstslide
Galperin
Oriëntatie
Uitvoering met materiaal
Uitvoering met verbale ondersteuning
Uitvoering met verkortingen een deelhandelingen
Uitvoering met verkortingen en in een andere context.
Slide 7 - Tekstslide
Freudenthal
Beginnen bij dat 'gezonde verstand' en de spontane wiskundige activiteiten die mensen in hun dagelijks leven uitvoeren. Daarbij wordt de werkelijkheid als bron van de wiskunde gebruikt. Freudenthal noemt dit proces mathematiseren ofwel verwiskundigen.
Slide 8 - Tekstslide
Handelingsmodel : ERWD
Slide 9 - Tekstslide
1 opgave 4 uitwerkingen
Drie vriendinnen willen naar het concert van de Bluebirds.
1. Sophia rijdt met haar auto 72 km/h. Hoeveel kilometer rijdt zij dan in tien minuten?
…..Km
2. Imani wil een gerecht maken voor 6 personen. Op de webpagina ziet hij dat er 120 ml. water toegevoegd moet worden. Dit is echter voor 4 personen. Hoeveel ml. water heeft Imani nodig?
…..ml.
3. Linde en Ise vinden een schat met een waarde van 25666 euro. Ze delen de buit eerlijk en krijgen dus allebei ....... euro.
…..Euro
Werk uit op de 4 niveaus. Bedenk welke materialen je kunt gebruiken!