Examenquiz

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

De aardrijkskunde quiz!

Welke fase van het demografisch transitiemodel?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4

Door culturele diffusie wordt de wereld in centrumlanden

1. Homogener
2. Diverser
3. Regionaler
4. Heterogener

Relatieve afstanden in Zuidoost -Azië zijn vaak groot. Dit komt vooral door:

1. gebergten en zeeën
2. grote culturele diversiteit
3. de koloniale mogendheden
4. de onafhankelijkheidsstrijd

Is land B Centrum, Periferie of Semiperiferie?

1. Centrum
2. Periferie
3. Semi-periferie

Welk cirkeldiagram past bij de verdeling van de beroepsbevolking van Duitsland?

1. Diagram A
2. Diagram B
3. Diagram C

Wat vind je niet bij subductie?

1. trog
2. metamorf gesteente
3. slenk
4. stratovulkaan

In natte gebieden komt bodemerosie door water voor. Welke factoren bepalen de mate waarin er sprake is van bodemerosie

1. de hellingshoek, de neerslagintensiteit en de hoeveelheid vegetatie
2. de breedteligging en de stand van de zon
3. de bevolkingsdichtheid en het geboortecijfer
4. de stroomsnelheid van wind, water en ijs

De ITCZ is een... Bij de ITCZ... de lucht

1. Lagedrukgebied... daalt
2. Hogedrukgebied.. daalt
3. Lagedrukgebied.. stijgt
4. Hogedrukgebied.. stijgt

Welke vorm van verwering?

1. Vorstverwering
2. Biologische verwering
3. Verwering door temperatuurverschil

Welke twee landschapszones kennen C-klimaten?

1. subtropische en gematigde zone
2. tropische en aride zone
3. boreale en polaire zone
4. subtropische en boreale zone

Wat wil men bereiken door de eis dat nieuwe wijken uit een mix van huur- en koopwoningen bestaan.

1. Tegengaan ruimtelijke segregatie
2. Meer sociale cohesie
3. Meer objectieve veiligheid
4. Tegengaan duale arbeidsmarkt

Welk begrip hoort bij deze foto?

1. duurzame stad
2. smart city
3. sustainable city
4. creatieve stad

Twee stellingen:
1. In wijken met veel sociale huurwoningen komen meestal alleen maar laagwaardige voorzieningen voor.
2. Na herstructurering verandert meestal de samenstelling van de bevolking in een wijk

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, bewering 2 juist

De meeste maatregelen uit Ruimte voor de rivier hebben als effect dat het:

1. regiem van de rivier kleiner wordt
2. debiet van de rivier kleiner wordt
3. regiem van de rivier regelmatiger wordt
4. regiem van de rivier onregelmatiger wordt

Welke uitspraak over het peil van het IJsselmeer is juist?

1. Het peil is het hele jaar even hoog
2. In de zomer wordt het waterpeil verlaagd, in de winter verhoogd
3. In de zomer wordt het waterpeil verhoogd, in de winter verlaagd
4. Het waterpeil wordt het hele jaar door verlaagd

Welk klimaat is er in een cerrado?

1. Af
2. Aw
3. Cf
4. BS

Door het grootgrondbezit heeft Brazilie

1. een hoge urbanisatiegraad
2. een lage urbanisatiegraad

Brazilië beschikt over

1. een dalende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen
2. een vergrijsde bevolking, een stijgend geboortecijfer en een stijgende welvaart
3. een stijgende welvaart, een lage urbanisatiegraad en een laag geboortecijfer
4. een stijgende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen

Wat is GEEN nadeel van de aanleg van nieuwe infrastructuur?

1. gebieden worden ontsloten
2. gaat gepaard met ontbossing
3. inheemse stammen moeten verhuizen
4. het leidt vaak tot landgrabbing

De sociale polarisatie neemt in Zuid-Amerika eindelijk af. Welke politieke ontwikkeling draagt daaraan bij?

1. Neoliberalisme
2. Bottom-up democratisering
3. Oligarchische regimes
4. Clientelisme

De vlakke subductie is er de oorzaak van dat

1. hypocentra diep liggen
2. epicentra ver landinwaarts liggen
3. hypocentra op het oppervlak liggen
4. epicentra diep liggen