VWO Week 7 Karakter & Uiterlijk VWO

Project Karakter & Uiterlijk
Je krijgt in totaal 3 keer een weektaak (opdrachten in google document en LESSONUP).  Dit is weektaak 2/3. 

Na de weektaken ga je een Praktische Opdracht maken die 2x meetelt in magister.

Je maakt de opdrachten in het google document in classroom.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Project Karakter & Uiterlijk
Je krijgt in totaal 3 keer een weektaak (opdrachten in google document en LESSONUP).  Dit is weektaak 2/3. 

Na de weektaken ga je een Praktische Opdracht maken die 2x meetelt in magister.

Je maakt de opdrachten in het google document in classroom.

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 2 - Tekstslide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 3 - Tekstslide

2. Bijvoeglijke naamwooden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 4 - Tekstslide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe beschrijf ik het karakter?
Het beschrijven van een karakter gaat ALTIJD met het werkwoord SER.

soy, eres, es, somos, sois, son.




Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1 & 2

Opdracht 1: Vertaal onderdstaande woorden. (zie google document en schrijf daar op)
Opdracht 2: Deel de woorden op in goede en slechte eigenschappen.
Schrijf zowel het Spaanse als Nederlandse woord op. (zie google document en schrijf daar op)

Alegre – Amable – Curioso/a – Divertido/a – Egoísta – Generoso/a – Gracioso/a – Honesto/a – Inteligente – Listo/a – Loco/a – Modesto/a – Nervioso/a – Ordenado/a – Optimista – Orgulloso/a – Paciente – Pesado/a – Pesimista – Severo/a – Simpático/a – Sincero/a – Tímido/a – Tonto/a – Tranquilo/a – Vago/a – Antipático/a – Callado/a – Deportista – Mentiroso/a – Responsable – Empollón/ Empollona – Chivato/a – Tacaño/a – Cabezota – Desordenado/a – Romántico/a – Aburrido/a

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3

VIDEO : Welke karakter eigenschap vertonen Haley en haar vader Phil?

VIDEO : Welke karakter eigenschap vertoont Alex?

VIDEO : Welke karakter eigenschap vertonen Mitchell y Camaron?


Schrijf dit op in je GOOGLE DOCUMENT

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4
Voor deze opdracht zie google document.

Deze opdracht bestaat uit 2 stappen:
Stap 1: Vertaal de woorden 1 t/m 17 en A t/m Q
(in google doc)
Stap 2: Match de tegenovergestelden met elkaar. (zie google document en schrijf daar op)

Slide 10 - Tekstslide

Fin
Lever je google document in via classroom.

Lever ook de nakijktaak in via classroom.

Slide 11 - Tekstslide