Werken in een zorghotel herhaling A

Werken in een zorghotel
Woensdag 7 oktober 2020
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werken in een zorghotel
Woensdag 7 oktober 2020

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heten de mensen die in een zorghotel verblijven?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Patiënten

Slide 3 - Quizvraag

Welke faciliteiten kom je tegen in een zorghotel?
A
Persoonsalarmering
B
Douchestoel
C
Hoog-laagbed
D
Zuurstofaansluiting

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het woord horeca?

Slide 5 - Open vraag

Non-verbaal
Verbaal
Llchaamstaal
Met woorden

Slide 6 - Sleepvraag

Een rode snijplank gebruik je voor
A
Gebraden vlees en worst
B
Gevogelte
C
Kaas
D
Rauw vlees

Slide 7 - Quizvraag

De gele snijplank gebruik je voor kaas
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De groene snijplank gebruik je voor
A
Groenten
B
Brood
C
Vis
D
Vlees

Slide 9 - Quizvraag

De blauwe snijplank gebruik je voor vis, schaal en schelpdieren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag


Welke kleur snijplank gebruik je voor gevogelte?

Slide 11 - Open vraag

Welke vorm heeft een voedingsmiddel als je "en julienne'' snijdt?

Slide 12 - Open vraag

"En chinoise" heeft een blokjes vorm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Welk vorm heeft "en brunoise"?
A
Blokjes
B
Reepjes
C
Ruitjes

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel kopjes koffie kun je vullen met 2 liter koffie als de verstrekkingseenheid 125ml is?

Slide 15 - Open vraag

Consistentie betekent: de samenhang van een gerecht oftewel hoe dik of dun een gerecht is
A
Onjuist
B
Juist

Slide 16 - Quizvraag

Voor het binden van soep heb je drie dingen nodig. Wat hoort daar niet bij?
A
Bloem
B
Margarine
C
Vocht/water
D
Zout

Slide 17 - Quizvraag