De bisschoppen komen terug
In 1853 maakte paus Pius IX bekend dat Nederland na bijna drie eeuwen weer bisschoppen zou krijgen.
Lange tijd was de rooms-katholieke kerk huiverig geweest de protestantse meerderheid voor het hoofd te stoten. Maar nu vond de paus de tijd rijp. In een officiële brief benadrukte hij dat de nieuwe grondwet van 1848 de kerken het recht gaf zichzelf naar eigen inzicht te organiseren. Ook schreef de paus overtuigd te zijn van ‘de welwillendheid van Zijne Majesteit den Koning jegens zijne getrouwe Katholieke onderdanen’.
De pauselijke brief sloeg in als een bom. Al snel verschenen de eerste reacties in de protestantse bladen. Eén tijdschrift schreef: ‘Wij Nederlanders, wij Protestanten, beschouwen Nederland als ons land en ’s lands belangen als onze belangen.’ Een ander blad gaf de verzekering: ‘De vrijheden die in 1795 den Roomsen vrijwillig gegeven zijn, blijven geëerbiedigd, tenzij hun leiders en kerkvoogden van die vrijheden opnieuw misbruik mochten maken. In dat geval zouden wij hen als kinderen moeten beschouwen en als kinderen moeten behandelen.’ En een derde waarschuwde: ‘Wij weten als geen ander dat als Rome kán vervolgen, het dat ook zal doen [...] Dus als Rome nu niet gestopt wordt, zullen we over vijftig jaar ten minste in de gevangenis of zelfs op de galeien zijn.’
Net als in de 16e eeuw riepen de verontruste protestanten ‘Oranje’ te hulp. Volgens de nieuwe grondwet had elke Nederlander het recht op petitie (een verzoek vanuit de bevolking). Duizenden protestanten vroegen de nieuwe koning Willem III de terugkeer van bisschoppen te voorkomen. De regering van de liberaal Thorbecke was het daarmee oneens en eiste dat Willem III openlijk afstand zou nemen van de protesten. Toen de (calvinistische) koning leek te aarzelen, stapte de regering te houden. bisschoppen kwamen terug.