§2.3: de stad veranderd

§2.3: de stad veranderd 
Boeken en schrift op tafel.
Telefoon in de tas!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§2.3: de stad veranderd 
Boeken en schrift op tafel.
Telefoon in de tas!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
  • Herhaling 
  • Uitleg §2.3
  • Voor jezelf werken  

Slide 2 - Tekstslide

Welke algemene regel kun je uit de figuur afleiden? Noteer het met een hoe-hoe-zin.

Gebruik in je regel het begrip verstedelijkingsgraad.

Slide 3 - Open vraag

§2.2 - Opdracht 1a:
Welke twee verschillende aanwijzingen in de figuur laten zien dat het hier om een westers land gaat?

  • Er zijn veel kleine steden
  • Het heeft een goede locatie
  • Je ziet de Noordzee links 
  • Vanwege de steden?

Slide 4 - Tekstslide

Welke twee verschillende aanwijzingen in de figuur laten zien dat het hier om een westers land gaat?

Slide 5 - Open vraag

Kun je Dar es Salaam een primate city noemen of juist niet?
A
Wel
B
Niet

Slide 6 - Quizvraag

Vandaag 
  • Herhaling 
  • Uitleg §2.3
  • Mindmappen 2.1 t/m 2.3 exit ticket.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd
  • Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad
  • Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Verandering in de stad
  • Urbanisatie - verhuizing van platteland naar stad (industriële revolutie)
  • suburbanisatie - verhuizing van de stad naar de omringende dorpen of kleine steden (vanaf jaren '60) 
  • re-urbanisatie - verhuizing van de omliggende dorpen of kleine steden naar de stad (vanaf 2000)
Noteer!

Slide 9 - Tekstslide

The border between the city and countryside is blurring
  • De grens tussen stad en platteland is tegenwoordig minder scherp dan vroeger 
  • Vanaf 1960 gingen stedelingen in ruim opgezette voorsteden wonen. 
  • Nieuw is het ontstaan van steden langs kruispunten van wegen: de randstad 
     Waarom juist daar?
Noteer!
Waarom
Vanaf 1960 kwam er economische groei, meer welvaart. 
Mensen konden een auto kopen en konden daarom verder van hun werk wonen. Bovendien wilde de mensen een schonere en gezondere omgeving voor hun kinderen met veel groen en een plek om te spelen. 
Mini steden met een eigen centrum (voorzieningen etc). Aan de rand van de grote steden.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Lees de tekst van 2.3 en bekijk de bronnen.
De nummers 1 maken een eenvoudig model van een Amerikaanse stad. 
De nummers 2 maken een eenvoudig model van een Europese stad. 
De nummers 3 maken een eenvoudig model van een niet-westerse stad. 

Hoe: in stilte voor jezelf.
Tijd: 15 minuten.

Na 15 minuten gaan we in drie tallen uitwisselen wat de verschillen en wat de overeenkomsten zijn. Deze noteren we in ons schrift. 
Opbrengst: een eigen aantekening over drie soorten steden. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Amerikaanse en Europese steden
Welk centrum hoort bij een Europese stad? En waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Amerikaanse en Europese steden
Welk centrum hoort bij een Europese stad? B

En waarom? Europese steden hebben vaak een historisch centrum, zoals hier in Londen

Slide 14 - Tekstslide

Amerikaanse steden veranderen
  • Suburbs (buitenwijken)
  • Shopping malls
  • Dichtbevolkte wijken 
  • CBD (Central Business District) 

Slide 15 - Tekstslide

Europese steden veranderen
  • Oude delen van de stad worden opgeknapt
  • Pakhuizen en leegstaande fabriekspanden worden omgebouwd tot woningen

Gentrification

Slide 16 - Tekstslide

Gentrification

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Niet-westerse stad veranderd 
In niet-westerse landen zijn steden snel gegroeid

Wat is het gevolg? 

Slide 19 - Tekstslide

Niet-westerse stad veranderd 
In niet-westerse landen zijn steden snel gegroeid

Wat is het gevolg? Krottenwijken

Slide 20 - Tekstslide

Niet-westerse stad veranderd
Steden gaan steed meer op westerse steden lijken
  • Hoe noem je het deel met hoogbouw?
  • Sommige woonwijken zijn door hoge hekken omringt. Wie wonen hier?

Slide 21 - Tekstslide

Niet westerse stad veranderd 
  • Hoe noem je het deel met hoogbouw? CBD
  • Sommige woonwijken zijn door hoge hekken omringt. Wie wonen hier? de rijken

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen check!
  • Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd 
  • Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad
  • Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven 

Slide 23 - Tekstslide

Voor jezelf werken
  • Lezen §2.3
  • Maken opdracht 1, 3, 5, 6 en 7

Klaar? Afmaken opdrachten §2.1 en §2.2

Slide 24 - Tekstslide

Steden gaan steeds meer op westerse steden lijken. Hoe noem je het deel met de hoogbouw
A
Favela's
B
CBD
C
Egde city
D
Suburb

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het gevolg van de snelle bevolkingsgroei in arme landen
A
Er ontstaan veel villawijken
B
Er treedt verdichting op
C
Er ontstaan krottenwijken
D
De steden worden veel ruimer opgezet

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht
Maak een mindmap van 2.1 t/m 2.3 als herhalingsoefening.
In een oog opslag moet te zien zijn waar het over gaat.

Deze les heb je op z'n minst 2.1 helemaal uitgewerkt. -> exit ticket

Hoe: voor jezelf
Waar: papier of digitaal bijvoorbeeld canva
Klaar: Inleveren in classroom voor leerdoelen check!

Slide 27 - Tekstslide